Beheer van biologisch besmet afval afkomstig van activiteiten van ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde en/of pathogene organismen: Richtlijnen en aanbevelingen.

Het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s) en/of pathogenen genereert verschillende soorten afval. Overeenkomstig de gewestelijke wetgevingen inzake ingeperkt gebruik moeten biologisch afval en/of biologische residu’s volgens een geschikte en gevalideerde methode worden geïnactiveerd en op zodanige wijze worden verwijderd dat ze geen gevaar meer vormen voor de menselijke gezondheid en het leefmilieu. Deze gewestelijke wetgevingen vereisen ook dat het besmet materiaal vóór het schoonmaken, hergebruik en/of vernietiging geïnactiveerd wordt. Tenslotte is in sommige gevallen inactivering vereist van de effluenten van de wasbakken en douches (afvalwater) vóór de definitieve verwijdering. Voor de meeste afvalstoffen die ontstaan als gevolg van activiteiten van ingeperkt gebruik bestaan er specifieke wetgevingen die bijkomende voorwaarden voor de inactivering en verwijdering van de afvalstoffen opleggen. Zij vormen dus een aanvulling op de gewestelijke wetgevingen inzake ingeperkt gebruik van GGO’s en/of pathogenen. Biologisch afval kan bovendien ook andere risico’s inhouden: mechanisch risico (aanwezigheid van scherpe, snijdende en prikkende voorwerpen), radioactief risico, chemisch risico, … Voor een goed afvalbeheer moet rekening worden gehouden met de verschillende soorten risico’s. Het doel van dit document is het geven van een overzicht van de wettelijke verplichtingen die van toepassing zijn op verschillende soorten biologisch afval en/of biologische residu’s van inrichtingen waar activiteiten van ingeperkt gebruik worden uitgevoerd, d.w.z. laboratoria, animalaria, serres of kweekkamers, ziekenkamers of grootschalige productiefaciliteiten. De meest courant gebruikte methoden voor de behandeling van biologisch afval en/of biologische residu’s worden eveneens in dit document beschreven. Tenslotte worden aanbevelingen geformuleerd betreffende de voorwaarden voor het sorteren, verpakken, inzamelen en transport van afval ontstaan als gevolg van het ingeperkte gebruik van GGO’s en/of pathogenen. Specifieke overwegingen die geval per geval van toepassing zijn, worden opgenomen in de adviezen van de SBB over de bioveiligheidsdossiers en in de toelatingen verleend door de gewesten. De aanbevelingen die in dit document worden geformuleerd, vervangen geenszins de specifieke bepalingen die in de adviezen van de SBB zijn opgenomen. Afval van activiteiten van ingeperkt gebruik wordt beschouwd als medisch afval en wordt in de praktijk op dezelfde manier behandeld als deze laatste. Deze afvalstoffen worden in twee categorieën onderverdeeld naargelang zij al dan niet een infectieus risico inhouden (bijlage 1). Voor elke categorie afval gelden specifieke maatregelen voor de verpakking en de definitieve verwijdering ervan. Afval dat een infectieus risico inhoudt moet worden gedeponeerd in specifieke verpakkingen (zie hoofdstuk over sorteren van afval en verpakkingseisen) en worden opgehaald door een erkende firma voor verbranding als gevaarlijk afval. Sommige afvalstoffen die een infectieus risico inhouden, kunnen of moeten ter plaatse worden geïnactiveerd voordat zij worden afgevoerd. Sommige geïnactiveerde afvalstoffen kunnen vervolgens beschouwd worden als medisch afval dat geen infectieus risico inhoudt. Dit afval moet verbrand worden. Het type verpakking en de verbrandingsomstandigheden (type oven, temperatuur, …) zijn minder streng dan voor afval dat een infectieus risico inhoudt (zie hoofdstuk over sorteren van afval en verpakkingseisen). Een mengsel van afvalstoffen die een infectieus risico inhouden en afvalstoffen die geen infectieus risico inhouden, wordt beschouwd als een mengsel met een infectieus risico (hoogste risiconiveau).