Elsloo, Noord 11 (Gemeente Ooststellingwerf, Fr.): Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek

In verband met de geplande bouw van twee kapschuren, een erfuitbreiding en de aanplant van boomsingels is een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd aan de Noord 11 te Elsloo, gemeente Ooststellingwerf, provincie Fryslân. Voor realisatie van de plannen is graafwerk nodig dat een bedreiging vormt voor eventueel aanwezige archeologische resten. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een veldonderzoek, verkennende fase. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn dertien boringen geplaatst om de opbouw en gaafheid van de bodem te bepalen en om te zoeken naar archeologische indicatoren. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied aan de rand van het beekdal van de Linde ligt. Tijdens het neolithicum veranderde het gebied van een dekzandlandschap in een veenmoeras. Binnen een kilometer omtrek is de enige bekende vondst een concentratie bewerkt en verbrand vuursteen uit de steentijd op zeshonderd meter afstand. Uit het veldonderzoek blijkt dat het gebied grotendeels bestaat uit dekzandkoppen of -ruggen. In het westen heeft een klein meer gelegen dat is dichtgegroeid met veen. Bij egalisatie is zand van de hogere delen afgeschoven naar onder meer de laagte van het meer. Daardoor zullen eventuele archeologische grondsporen op de hogere delen grotendeels verloren zijn gegaan. In de venige vulling van het meer kunnen nog wel archeologische materialen bewaard gebleven zijn, waaronder organische zoals voedselresten. Het advies luidt om ter plaatse van het voormalige meer geen bodemingrepen te ondernemen die dieper reiken dan een halve meter beneden maaiveld. Voor de rest van het gebied wordt geen nader archeologisch onderzoek geadviseerd