Archeologisch onderzoek Oostzeestraat te Zutphen: Inventariserend Veldonderzoek (IVO-B, karterende fase)

Op basis van een eerder uitgevoerd booronderzoek konden in het plangebied maritieme archeologische structuren of resten uit de vestingperiode van Zutphen worden verwacht. Om duidelijkheid te krijgen over eventueel aanwezige resten binnen het plangebied is besloten om rond boring 159 aanvullend onderzoek te verrichten. Het onderzoek heeft bestaan uit het uitvoeren van 44 aanvullende boringen die in een ruitvorm en met een onderlinge afstand van 1 m om boring 159 zijn verricht. Gezien het niveau waarop het hout is aangetroffen, zijn de boringen tot 3,0 m –mv uitgevoerd. Tijdens het booronderzoek is gebleken dat de bodem in het plangebied is verstoord. In de lagen die voorafgaand aan het aanvullende booronderzoek archeologische gezien het meest interessant leken, zijn recente puinfragmenten aangetroffen. Verder zijn de slib- en veenlagen vaak niet op de te verwachte diepte waargenomen of zijn de lagen opgenomen als slib- en veenresten in klei of zavellagen. Tijdens het veldonderzoek zijn geen archeologische waarden aangetroffen die duiden op de aanwezigheid van een archeologische vindplaats in het onderzochte gebied. De kans daarop lijkt door de aanwezige bodemverstoring bovendien klein