Improving long-term outcome of major depression in primary care: the role of recurrence prevention

Depressie is een veel voorkomende psychische aandoening die sterk ingrijpt in iemands leven. Bovendien blijkt het vaak een chronische of terugkerende aandoening te zijn: veel mensen herstellen niet volledig van een depressie en naar schatting wordt ongeveer de helft van degenen die éénmaal depressief zijn geweest, dat vaker. Het is dus van belang behandelingen te vinden die dit patroon helpen doorbreken. Hiervoor is in deze studie een speciaal behandelprogramma dat gericht is op het voorkomen van terugval en nieuwe depressies op werkzaamheid onderzocht. Dit programma bestond uit een gestructureerde, psycho-educatieve zelfmanagement interventie ( met boek en video), waarin deelnemers in drie individuele bijeenkomsten met een preventiewerkster een persoonlijk Terugval Preventie Plan maakten. In de drie jaar daarna, hadden zij eens per drie maanden telefonische ‘vinger aan de pols’ gesprekken met deze preventiewerkster, over hun eventuele depressieve symptomen en gebruik van het Preventieplan. Omdat in Nederland de meerderheid van mensen met een depressie daarvoor door hun huisarts wordt behandeld, is deze studie uitgevoerd in de huisartspraktijk. In totaal hebben zo’n 55 huisartsen patiënten die volgens hen depressief waren naar het project verwezen. Deze (267) patiënten werden vervolgens ‘at random”, op basis van toeval, toegewezen aan een van de volgende 4 behandelingen: 1: Depressie Terugval Preventie (DTP)–Programma; 2: combinatie van het DTP programma met psychiatrische consultatie; 3: combinatie van het DTP met kortdurende cognitieve gedragstherapie; en 4: gebruikelijke huisartszorg. De belangrijkste conclusie is dat toevoeging van het preventie programma aan de gangbare huisartszorg voor depressie geen toegevoegde waarde had. Over de gehele onderzoeksperiode gekeken bleek namelijk dat de patiëntuitkomsten ongeveer hetzelfde waren voor alle deelnemers, ongeacht de behandeling die zij hadden ontvangen. Tweederde van deze patiënten maakte binnen deze drie jaar een terugval of een volgende depressie mee