IJmuiden, Waterkering Sluizen, Gemeente Velsen (NH.). Een Archeologisch Bureauonderzoek.: 2016-10/01

In verband met de geplande versterking van de waterkering is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor drie delen van de waterkering bij de sluizen van IJmuiden, gemeente Velsen, provincie Noord-Holland. De ingrepen bestaan uit het vervangen van de stenen bekleding en uit het ophogen met anderhalve meter. Mogelijk moeten ook de onderwatertaluds worden aangevuld met bestortingen, zowel aan de buitengaatse als aan de binnendijkse kant. Het doel van het onderzoek is om vast te stellen wat de kans is op de aanwezigheid van archeologische waarden en in hoeverre deze door de geplande in grepen bedreigd worden. Bij het onderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Tijdens de periode bronstijd - ijzertijd veranderde het gebied van zee in strand en vervolgens duinen. Bij eerder onderzoek op het inmiddels afgegraven westelijke deel van het middensluiseiland zijn in het duinzand twee potentieel archeologische niveaus vastgesteld. Het onderste ligt aldaar tussen 2,2 en 3,5 meter NAP. Het bestond uit een organisch rijke / venige bodem. De datering van het niveau is circa 400 - 900 nC. Bij dat onderzoek zijn sporen gevonden van koeienpootindrukken, resten van een vuur en ploegsporen. Ze wijzen op een extensief gebruik van het gebied in de periode van circa 650 - 800 nC. Het tweede niveau is humeus van aard. Het is vastgesteld op een hoogte tussen 3,5 en 5,0 meter NAP. De datering is circa 1075 - 1200 nC. Honderd meter zuidelijk van het noordelijkste tracé is bij graafwerk in 1975 een cultuurlaag en grondsporen / een grondverkleuring vastgesteld. Deze sporen hebben als datering late ijzertijd gekregen. Het onderzoek heeft geen aanwijzingen opgeleverd voor grootschalig graafwerk ter plaatse van de drie plantracé's. Bij de geplande ingrepen voor versterking van de waterkering worden geen potentieel archeologische niveaus bedreigd. Daarom is het advies om geen nader archeologisch onderzoek te ondernemen. Als in de toekomst toch graafwerk nodig is tot op of in het duinzand, dan wordt archeologische begeleiding hiervan geadviseerd. Als grootschaliger graafwerk nodig blijkt dan wordt geadviseerd om een verkennend archeologisch booronderzoek te doen