Heumen, Malden, Broekkant Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

In opdracht van Econsultancy bv heeft ADC ArcheoProjecten een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Broekkant te Malden (gemeente Heumen). In het plan¬gebied zullen bestaande woningen worden gesloopt en vervangen worden door nieuwbouw. Het onderzoek was noodzakelijk om te bepalen of bij de voorgenomen activiteiten de kans bestaat dat archeologische resten in de ondergrond worden aan¬getast. Op grond van de tijdens de uitvoering van het eerder genoemde bureauonderzoek verzamelde archeologische en aardwetenschappelijke informatie is de volgende gespecificeerde verwachting opgesteld: Uit de landschappelijke ligging blijkt dat het plangebied vanaf het Paleolithicum gunstig is geweest voor jagers-verzamelaars en vanaf het Neolithicum voor landbouwers. Het plangebied bevindt zich op de overgang van de topografisch/hydrologisch hoog gelegen stuwwal bij Nijmegen naar de topografisch/hydrologisch laag gelegen Maasvallei. Het plangebied is daarmee geschikt voor bewoning en vormde een uitvalsbasis voor het verbouwen van gewassen op de oostelijk gelegen middelhoge zandgronden en het houden van vee op de westelijk gelegen graslanden. Hierdoor kunnen in het hele plangebied archeologische resten voorkomen uit alle archeologische perioden. De kans op het voorkomen van de resten is hoog. De archeologische resten komen voor onder het esdek en in de top van de oorspronkelijke C-horizont. De vondstenlaag is opgenomen onderin het esdek; hier wordt ook wel van een ‘cultuurlaag’ gesproken: een doorwerkte oude bodem tussen het esdek en de ongeroerde ondergrond met kleine fragmenten aardewerk, natuursteen, vuursteen en houtskool. Archeologische sporen zullen zich bevinden tot ongeveer 25 cm in de top van de C-horizont. Organische resten en bot zullen door de relatief droge en zure bodemomstandigheden slecht zijn geconserveerd. Het complextype en de omvang kunnen niet nader worden gespecificeerd door de beperkte gegevens. Met uitzondering van boringen 8 en 9 is in alle boringen sprake van een plaggendek of een restant daarvan. Dit bodemtype (enkeerdgrond) komt overeen met datgene wat in het bureauonderzoek werd vewacht. Weliswaar bleek het plaggendek in de boringen 3, 6, 7 en 10 afgetopt te zijn, maar met een dikte van minimaal 25 cm toch nog voldoende aanwezig om eventuele archeologische indicatoren te kunnen conserveren. ADC ArcheoProjecten adviseert een inventariserend veldonderzoek uit te voeren door middel van het aanleggen van proefsleuven (IVO-P), teneinde gaafheid, omvang, datering en conservering van ar-cheologische resten te onder¬zoeken. Het onderzoek zal zich voornamelijk dienen te concentreren op de gebieden die bebouwd worden, maar momenteel nog niet bebouwd zijn. Uitgaande van de huidige bouwplannen, betreft het in concreto het gebied tussen Meidoornstraat 2 en Broekkant 56 en het in de toekomst te bebouwen gebied achter de huidige Acaciastraat 10 tot en met 24. De exacte invulling van de werkzaamheden dient te worden vastgelegd in een door de bevoegde overheid goed te keuren Programma van Eisen (PvE). Het is niet uit te sluiten dat buiten het hierboven omschreven gebied toch nog archeologi¬sche resten voorkomen. Daarom merken wij op dat het aanbeveling verdient om de uitvoerder van het grondwerk te wijzen op de plicht archeologische vondsten te melden bij de bevoegde overheid, zoals aan¬gegeven in de Monumen¬tenwet 1988 en de Wet op de Archeologische Monumentenzorg