Terneuzen – HVS Westdorpe – Terneuzen-Zuid. Gemeente Terneuzen. Archeologisch Bureauonderzoek

Op basis van de in het Archeologisch Bureauonderzoek verworven informatie werd een specifiek archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Het tracé doorsnijdt twee landschappelijke zones, elk met een eigen specifieke archeologische verwachting.  Zone 1: de uiterste westzijde (520 meter westelijk vanaf het kanaal) en de oostzijde van het plangebied (750 meter oostelijk van het kanaal en verder) worden gedomineerd door kreekafzettingen van Duinkerke IIIb (Laagpakket van Walcheren). Door de erosieve werking van deze geulen bestaat binnen dit deel van het tracé enkel een verwachting (middelhoog) voor archeologische vindplaatsen vanaf de Nieuwe Tijd. Voor de oudere perioden vervalt deze verwachting omdat de geologische niveaus waarin deze zich kunnen bevinden door inundaties in de late middeleeuwen zijn opgeruimd. Voor deze zone wordt geen archeologisch vervolgonderzoek (controleboringen) noodzakelijk geacht, omdat er geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid vindplaatsen uit de Nieuwe Tijd, en er tevens geen historische gegevens zijn die wijzen op bewoning in deze periode. Dit advies is met inachtneming van de beperkte omvang en diepgang van de geplande bodemingrepen.  Zone 2: het middendeel van het plangebied, (tot aan 520 meter ten westen van het kanaal, en tot 750 meter in oostelijk van het kanaal), waar de Duinkerke IIIb afzettingen zich op oudere Duinkerke afzettingen bevinden, met daaronder het Hollandveenpakket en het pleistoceen dekzand. Voor deze zone geldt een geldt een middelhoge verwachting voor de Vroege en Late Prehistorie, de Romeinse Tijd, late middeleeuwen en de Nieuwe Tijd, aangezien de bodemopbouw hier in de loop der tijd intact is gebleven. Voor de vroege middeleeuwen geldt een lage verwachting. Er kan in deze zone sprake zijn van een intacte top van het Hollandveen en van het dekzand. Op deze niveaus kunnen vindplaatsen uit de Vroege prehistorie en resp. de Late prehistorie/ Romeinse Tijd aanwezig zijn. Bij de voorziene bodemingrepen is het echter uitgesloten dat tot op het dekzand zal worden gegraven, aangezien deze afzettingen hier 2 tot 3 meter –NAP en lager zullen liggen. Voor het hoger gelegen Hollandveenpakket (vermoedelijk op 1,20 tot 1,50 m –NAP) is het niet aannemelijk dat de bodemingrepen (maximaal 1,60 meter beneden maaiveld) deze laag zullen bereiken