Archeologisch bureau- en booronderzoek Foarwei te Dâmwald, gemeente Dantumadiel (FR)

Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen voor de aanleg van een sloot van Projectbureau de Centrale As voor het onderzochte perceel aan de Foarwei / Blauwlansreed te Dâmwald, gemeente Dantumadiel. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. Projectbureau de Centrale As heeft MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het onderzoek uit te voeren. Voorafgaand aan het veldwerk heeft mevrouw T.N. Krol een bureaustudie verricht. Het archeologisch booronderzoek heeft plaatsgevonden op 30 juni 2014 door de heer A.R. Wieringa onder leiding van de heer B. Bijl. Het booronderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2, en de richtlijnen van de gemeente Dantumadiel. Op basis van het bureauonderzoek kunnen archeologische resten uit alle perioden worden verwacht. Er geldt een hoge verwachting voor het aantreffen van resten uit de periode steentijd-bronstijd en een lage verwachting voor de periode ijzertijd-middeleeuwen. Uit de omgeving zijn vondsten uit de nieuwe tijd en ontginningssporen uit de middeleeuwen bekend. Ook uit deze perioden kunnen dus resten worden verwacht, met name van boerderijen en agrarische activiteiten. Uit de periode steentijd-bronstijd kunnen met name tijdelijke kampementen van jager-verzamelaars worden verwacht en vanaf het neolithicum ook permanente nederzettingen en sporen van agrarische activiteiten. In het onderzoeksgebied zijn in totaal zes boringen gezet. De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit een dikke homogene bouwvoor tot ca. 70 tot 80 cm onder maaiveld. In boringen 1 t/m 4 gaat deze bouwvoor scherp over in geelwit matig fijn dekzand, de C-horizont. In boringen 5 en 6 is tussen de bouwvoor en de C-horizont een iets rommelige laag aanwezig met wat lichte zandvlekjes en spikkels houtskool. Deze laag gaat scherp over in de C-horizont. Mogelijk betreft deze laag een restant van een (gediepwoelde) enkeerdgrond. In de meeste boringen was sprake van verspreid door de bouwvoor voorkomende kleine brokjes baksteen. Uit het booronderzoek is gebleken dat bodemopbouw in het gebied tot in de C-horizont verstoord is als gevolg van moderne landbouwmethoden. Hierdoor is de kans dat er zich in het plangebied intacte archeologische sporen bevinden zeer klein. Wij bevelen daarom aan geen vervolgonderzoek uit te voeren. Bovenstaande betreft een aanbeveling. Het selectiebesluit is voorbehouden aan het bevoegd gezag, gemeente Dantumadiel. Mochten tijdens het grondwerk onverhoopt alsnog archeologische resten worden aangetroffen, dan dient de bevoegde overheid, gemeente Dantumadiel, hiervan meteen op de hoogte gebracht te worden