Rb Amsterdam (ktr.) (rolnr. 1423798 DX EXPL 13-15: vernietiging overeenkomst namens minderjarige 'op andere gronden', ontbrekende machtiging kantonrechter voor lening, verjaring)

Namens een minderjarige is door diens wettelijk vertegenwoordiger een effectenlease-overeenkomst gesloten. De looptijd daarvan is verstreken en er resteert een negatief saldo. Er was geen machtiging van de kantonrechter voor de geldleenovereenkomst die hiervan integraal deel uitmaakte. De wettelijk vertegenwoordiger heeft steeds de termijnen betaald. Tijdens de minderjarigheid heeft de wettelijk vertegenwoordiger aangekondigd dat de overeenkomst vernietigd zou worden. Nadat de dochter meerderjarig is geworden, is de overeenkomst namens de thans meerderjarige vernietigd. Dexia beroept zich erop dat de actie tot vernietiging toen al was verjaard. De kantonrechter overweegt dat de procedure niet alleen gaat om de vernietiging vanwege de handelingsonbekwaamheid van de destijds minderjarige, maar dat een beroep wordt gedaan op ontbrekende machtiging van de kantonrechter voor de overeenkomst op grond van art. 1:345 lid 1 onder d BW jo. art. 1:347 BW. Er was daarom sprake van vernietiging op grond van ‘een andere grond’ in de zin van art. 3:52 BW. De verjaringstermijn begint daarom eerst te lopen met de meerderjarigheid, zodat de vernietiging tijdig was ingeroepen. De uitkomst had anders geweest kunnen zijn als de wettelijk vertegenwoordiger ook voor zichzelf had gehandeld, maar dat is hier niet aan de orde. Dat hij de verschuldigde termijnen van de minderjarige betaald heeft, maakt een en anders niet anders. Dexia moet alle betaalde termijnen aan de dochter terugbetalen nu de vernietiging tijdig is ingeroepen, aldus de kantonrechter