Archeologisch onderzoek waterberging Akersloot

In opdracht van Ontwikkelingsgroep Limmen heeft Grontmij een archeologisch vervolgonderzoek uitgevoerd voor een deel van de Groot-Limmerpolder te Akersloot. Het vervolgonderzoek heeft bestaan uit een inventariserend veldonderzoek middels het zetten van 25 boringen. Uit het booronderzoek is gebleken dat de bodemopbouw ter plekke van het plangebied bestaat uit (humeuze) klei/zavel-op-veen-op-zavel/zand. De gelaagdheid van het zavel/zandpakket onder het veen impliceert een dynamisch afzettingsmilieu waar bewoningsomstandigheden waarschijnlijk slecht waren. Het veen is deels verslagen, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de top van het veen nog aanwezig is. In de top van het veen zouden vondsten uit de Romeinse Tijd te vinden kunnen zijn. Voor beide perioden kan de archeologische verwachting daarom worden bijgesteld naar laag. Direct onder de bouwvoor bestond de kans op het aantreffen van archeologische resten uit de Middeleeuwen/Nieuwe Tijd. Deze resten zijn tijdens het booronderzoek niet aangetroffen. De bodem was in deze periode mogelijk nog te venig voor bewoning, die zal dan ook meer richting de hoger gelegen strandwal hebben plaatsgevonden, bijvoorbeeld ter plekke van het reeds bekende AMK-terrein 4767. Op basis van de gegevens uit het booronderzoek, in combinatie met het bureauonderzoek is de kans derhalve zeer klein dat er nederzettingsresten in het plangebied aanwezig zijn. Er zijn tijdens het veldonderzoek geen archeologische indicatoren aangetroffen die duiden op een archeologische vindplaats in het plangebied