Binnen het onderzoeksgebied zijn negen verkennende boringen gezet. Uit het booronderzoek blijkt dat hier van onder naar boven sprake is van dekzand, gevolgd door een kleilaag met veenresten of een kleiig veenpakket en een (deels veraard) veenpakket zonder klei. Hierop ligt een ontginningslaag en een recente toplaag. In de boringen 5 en 6 was in de top van het dekzand een podzolbodem aanwezig. Deze boringen zijn daarop overgezet als megaboringen en de relevante lagen zijn bemonsterd. Vervolgens zijn rond deze boringen verdichtende boringen gezet met een megaboor om de zone met podzolbodems verder te begrenzen (boringen 12, 13 en 14)
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied een hoge archeologische verwachtingswaarde h...
Uit het booronderzoek blijkt dat de top van het dekzand door de veenontginningen is verstoord, behal...
Uit het booronderzoek blijkt dat in boring 1 duidelijke terplagen aanwezig zijn. In boring 2 is moge...
Uit het booronderzoek blijkt dat de top van de bodem vergraven is. De basis bestaat uit dekzand. In ...
Uit het booronderzoek blijkt dat binnen het grootste deel van het onderzoeksgebied een esdek aanwezi...
Uit het uitgevoerde booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het onderzoeksgebied van onder naar bov...
Uit het booronderzoek komt naar voren dat in het onderzoeksgebied sprake is van dekzand of keizand z...
Het booronderzoek geeft aan dat de bodemopbouw in iedere boring anders is. Op een ondergrond van mat...
Het booronderzoek wijst uit dat de bodemopbouw grotendeels verstoord is. Op een ondergrond van klei ...
Aanleiding tot het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bouwplannen voor de ond...
Het booronderzoek wijst uit dat in de meeste boringen sprake is van een B-horizont en in een enkele ...
De aanleiding voor het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bou...
Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw niet meer intact is. Een vergraven bodemlaag gaat sc...
Bij het booronderzoek zijn in totaal vijftien boringen gezet. De boringen zijn tot tenminste 0,25 m ...
De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit de pleistocene ondergrond, keileem en/of keizand ...
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied een hoge archeologische verwachtingswaarde h...
Uit het booronderzoek blijkt dat de top van het dekzand door de veenontginningen is verstoord, behal...
Uit het booronderzoek blijkt dat in boring 1 duidelijke terplagen aanwezig zijn. In boring 2 is moge...
Uit het booronderzoek blijkt dat de top van de bodem vergraven is. De basis bestaat uit dekzand. In ...
Uit het booronderzoek blijkt dat binnen het grootste deel van het onderzoeksgebied een esdek aanwezi...
Uit het uitgevoerde booronderzoek blijkt dat de bodem binnen het onderzoeksgebied van onder naar bov...
Uit het booronderzoek komt naar voren dat in het onderzoeksgebied sprake is van dekzand of keizand z...
Het booronderzoek geeft aan dat de bodemopbouw in iedere boring anders is. Op een ondergrond van mat...
Het booronderzoek wijst uit dat de bodemopbouw grotendeels verstoord is. Op een ondergrond van klei ...
Aanleiding tot het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bouwplannen voor de ond...
Het booronderzoek wijst uit dat in de meeste boringen sprake is van een B-horizont en in een enkele ...
De aanleiding voor het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bou...
Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw niet meer intact is. Een vergraven bodemlaag gaat sc...
Bij het booronderzoek zijn in totaal vijftien boringen gezet. De boringen zijn tot tenminste 0,25 m ...
De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit de pleistocene ondergrond, keileem en/of keizand ...
Uit het bureauonderzoek blijkt dat het onderzoeksgebied een hoge archeologische verwachtingswaarde h...
Uit het booronderzoek blijkt dat de top van het dekzand door de veenontginningen is verstoord, behal...
Uit het booronderzoek blijkt dat in boring 1 duidelijke terplagen aanwezig zijn. In boring 2 is moge...