Gemeente Cuijk. Plangebied Achterdijk-RWZI te Haps: Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase en aanvullende boringen)

In 2013 is een bureauonderzoek uitgevoerd, waaruit bleek dat het plangebied zich op het laat-pleniglaciaal terras van de Niers-Rijn bevindt. Binnen het plangebied komen volgens de geomorfologische kaart van Nederland geulen van een vlechtend afwateringstelsel, een laagte ontstaan door afgraving, terrasrestruggen en terraswelvingen voor. Plaatselijk kunnen op de terrasafzettingen eolisch afgezette zanden aanwezig zijn in de vorm van dekzand of rivierduinzand. In deze afzettingen hebben zich enkeerdgronden en leek- en woudeergronden gevormd. In het westelijke deel van het plangebied was in de middeleeuwen kasteel ‘De Gravenhof’ aanwezig (AMK terrein 565). Ter plaatse van dit AMK terrein zijn twee boringen gezet en is tijdens de uitvoering van dit project een Programma van Eisen geschreven voor het toekomstig archeologisch onderzoek op dit AMK terrein. In de directe omgeving van het plangebied zijn voornamelijk resten bekend uit de periode Romeinse tijd tot en met de late middeleeuwen. Het gaat hier voornamelijk om bewoningsresten. Er zijn echter tevens resten aangetroffen uit de periode neolithicum tot en met de nieuwe tijd. Tijdens het booronderzoek zijn over vrijwel het gehele tracé van de geplande persleiding in de ondergrond bedding- of terrasafzettingen behorende tot de Formatie van Kreftenheye aangetroffen in de vorm van een vlakte al dan niet met lichte welvingen. In een klein deel van het gebied zijn rivierduinafzettingen aangetroffen. Over het algemeen komt een 30 à 50 cm dikke zwak humeuze bovengrond voor die direct op de C-horizont ligt. Deze kan bestaan uit leem of matig grof tot zeer grof zand. Bodemkundig kunnen deze gerekend worden tot leek- en woudeerdgronden en enkeerdgronden. De bodem is op enkele kleine spots na intact. Op het terrein van de waterzuiveringsinstallatie is de bodem wel grotendeels verstoord. Het grootste deel van het terrein is vermoedelijk te nat geweest voor bewoning, maar er liggen ook enkele hogere en drogere zones binnen het plangebied die door middel van een karterend booronderzoek nader onderzocht zijn. Hierbij zijn echter op één zone na geen aanwijzingen gevonden dat hier bewoning is geweest. In één deel is mogelijk en oude akkerlaag aanwezig. In deze relatief hoog gelegen zone komt ook een 40 à 50 cm dik plaggendek voor. Aan dit deel van het plangebied is een hoge verwachting toegekend