Inventariserend veldonderzoek aardgastransportleiding Wapse - Vinkega, tracédeel Weststellingwerf

In opdracht van Vermilion Oil & Gas Netherlands BV heeft Antea Group in juni 2014 een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen uitgevoerd ten behoeve van de geplande aanleg van een gasleiding in de provincie Drenthe en Friesland. Het geplande tracé gaat van de gaswinningslocatie Wapse in (noord)westelijke richting naar de locatie Vinkega (zie afbeelding 1 en de overzichtstekening 1-52-WPS001-6-22-001 in de kaartenbijlage). Het onderzoek dient ter voorbereiding op de te doorlopen ruimtelijke procedures. Het plangebied omvat circa 25 ha, gerekend met een trajectlengte van circa 10,1 km en een werkstrookbreedte van circa 25 m. De gasleiding zal komen te liggen op een diepte van 1,75 m -mv. Het plangebied ligt op de uitlopers van het Drent/Fries keileemplateau en kent een brede archeologische verwachting. Naast dekzandvlaktes, lage dekzandruggen en -heuvels, kruist het tracé ook een es en een beekdal. Op basis van de gespecificeerde archeologische verwachting kunnen ter plaatse van het tracé archeologische vindplaatsen worden verwacht. Op basis van het beleid van de gemeente Weststellingwerf is een onderzoeksverplichting gekoppeld aan bodemingrepen in het gebied. De archeologische verwachting uit het bureauonderzoek bevestigt in principe de gemeentelijke archeologische verwachting. Op basis van de verschillende geraadpleegde bronnen, zoals historisch kaartmateriaal, zijn er geen specifieke locaties en/of gebieden die een aangepaste verwachting behoeven. Wel bestaat de mogelijkheid dat meerdere zones als gevolg van ontginningen en/of landbouwgebruik deels verstoord zullen zijn. Het plangebied helt af naar het zuidwesten. Aan de noordoostzijde van het tracé ligt het terrein hoger. Hier bevindt zich een opgestoven dekzandrug. Het merendeel van de percelen betrof grasland. Twee percelen waren in gebruik als maisland en hier kon een oppervlaktekartering worden uitgevoerd. De bodem in het gebied bestaat uit een laag dekzand op (kei)leem. De directe ondergrond bestaat, daar waar deze is aangeboord, over het algemeen uit (kei)leem. Op enkele plaatsen in het lagergelegen zuidwestelijke deel is veraard restveen. De zandige humeuze bovengrond is in het gehele plangebied geroerd. De matig tot sterk humeuze bouwvoor heeft een dikte van 0,2 tot 0,4 m. Hieronder zijn op delen van het tracé intacte resten aangetroffen van een podzolbodem. In het verkennend en karterend onderzoek het gebied ronde de vondst van een vuursteenchip aangewezen als een vindplaats. In het waarderend onderzoek zijn echter geen verdere indicatoren aangetroffen en er is geen sprake van een vuursteenvindplaats. Ten noorden van de Puntersweg is in het veld verbrand vuursteen aangetroffen. Dit gebied is aangeduid als vindplaats 2. In het waarderend onderzoek zijn, naast natuurlijk vuursteen, geen verdere indicatoren aangetroffen en er is hier eveneens geen sprake van een vuursteenvindplaats. Gezien de lage aantallen vondsten aan het oppervlak in de akkerpercelen, het ontbreken van indicatoren in de boringen van het verkennend, karterend en waarderend onderzoek en de vastgestelde verstoring van grote gebieden, wordt voor het plangebied in de gemeente Weststellingwerf aanbevolen geen verder archeologisch onderzoek uit te voeren en het gebied vrij te geven wat betreft het aspect archeologie ten behoeve van de aanleg van de leiding