Archeologisch onderzoek Vughtse Hoeve, Vught: Bureauonderzoek en verkennend booronderzoek

Het plangebied ( 47.540 m2) ligt aan de zuidzijde van de bebouwde kom van Vught en was tot voor kort in gebruik als manege (Figuur 1.1). Ruimte voor Ruimte is voornemens op deze locatie woningen te bouwen en heeft Sweco Nederland B.V. opdracht gegeven om de planologische, juridische en technische voorbereidingen van de voorgenomen werkzaamheden uit te voeren. Hiervan maakt voorliggend archeologisch onderzoek deel uit. Het plangebied ligt op de flank van een tijdens het Laat Pleistoceen gevormde grote dekzandrug, nabij een dal van een van de riviertjes die het Kempisch Plateau ontwatert. De bodems op deze dekzandrug bestaan uit hydromorfe humuspodzolgronden die in relatief natte omgevingen zijn ontstaan. Veelal zijn dit terreinen die pas laat ontgonnen zijn. Aan de hand van de eerste kadastrale kaart is vast te stellen dat de ontginning van het plangebied pas in de negentiende eeuw begonnen is. Het plangebied maakt geen deel uit van een terrein van archeologische waarde. Evenmin zijn er eerder onderzoeken uitgevoerd of zijn er waarnemingen of vondsten gedaan. In de directe omgeving ontbreken deze ook. De archeologische verwachting voor alle perioden is middelhoog. Om de verwachting te toetsen is een booronderzoek met een zandguts uitgevoerd. Daarbij zijn 33 boringen gezet, regelmatig over het plangebied verspreid. Uit dit onderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied bestaat uit fijne, leemarme zanden, waarin zich een humuspodzol heeft ontwikkeld. Het plangebied ligt in een zone die niet overmatige nat is, met slechts in een aantal boringen beperkte gleyverschijnselen, die veelal op meer dan 0,5 m onder het huidige maaiveld beginnen. Aan de hand van de overgang van de B- naar de C-horizont, die alleen nog waarneembaar was in een beperkt aantal boringen in het zuidoostelijk deel van het plangebied, kan geconcludeerd worden dat het oorspronkelijk reliëf in ieder geval in dit deel gevarieerd was, met relatief grote hoogteverschillen op korte afstand van elkaar. Tijdens en na de ontginning is dit reliëf geëgaliseerd, waarbij de hogere delen zijn getopt en de lagere opgehoogd. Uit de verhouding en verdeling tussen de boringen met een A-C profiel en die met een B-C profiel, kan worden opgemaakt dat de bodemopbouw binnen het grootste deel van het plangebied verstoord zal zijn. Dit is evident duidelijk voor het noordwestelijk deel, waar de bodem zo diep bewerkt is dat het niet meer mogelijk was om het oorspronkelijke reliëf zelfs bij benadering te reconstrueren. Dit geldt ook voor de zones waar recent gesloopt en/of gesaneerd is. Op grond van de middelhoge verwachting voor het aantreffen van archeologische vindplaatsen in en de mate van verstoring van het bodemprofiel binnen het plangebied wordt geadviseerd om het plangebied vrij te geven voor ontwikkeling. Dit rapport is ter beoordeling voorgelegd aan het bevoegd gezag, de gemeente Vught. Zij kunnen zich vinden in het advies het plangebied vrij te geve