Tilburg. Plangebied Veemarkt-Heuvel. Archeologisch bureauonderzoek.

In opdracht van Van de Ven Bouw en Ontwikkeling bv heeft het onderzoeks- en adviesbureau BAAC bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Veemarkt-Heuvel te Tilburg. Uit het bureauonderzoek blijkt dat het plangebied lange tijd deel uit maakte van het akkergebied rond Tilburg, waarbij het westelijke deel van het plangebied deel uitmaakte van de herdgang de Heuvel. De eerste vermelding van deze herdgang dateert uit de veertiende eeuw. Uit de omgeving van het plangebied zijn archeologische waarden bekend uit de ijzertijd, middeleeuwen en de nieuwe tijd. Ook archeologische waarden uit de overige perioden kunnen in het plangebied voorkomen. In de tweede helft van de negentiende eeuw is ook het oostelijke deel van het plangebied bebouwd geraakt met arbeiderswoningen. Dergelijke bebouwing had over het algemeen een beperkte funderingsdiepte en– oppervlakte (funderingssleuven van circa 50 cm diepte). Plaatselijk zal de bodem als gevolg van subrecente beerputten en kelders dieper verstoord zijn. Ook de jongere uitbouwen (van na de Tweede Wereldoorlog) en de latere sloopwerkzaamheden kunnen in diepere verstoring hebben geresulteerd. Grote delen van het plangebied zijn echter nooit bebouwd geweest, waardoor hier de bodem nog vrijwel intact kan zijn. Archeologisch onderzoek in de omgeving heeft inderdaad uitgewezen dat de intactheid van de bodem lokaal sterk kan variëren. Door de aanwezigheid van een esdek in het plangebied zal de natuurlijke bodem in meer of mindere mate zijn beschermd tegen de bodemverstoringen. De dikte van het esdek kan in Tilburg sterk variëren van circa 1 m tot plaatselijk bijna 2 m. Als gevolg van deze variabelen (dikte esdek, funderingsdiepte) is het niet mogelijk om op basis van een bureauonderzoek te bepalen in welke mate de bodem in het plangebied verstoord is. Gezien het eeuwenlange gebruik als akker is het echter zeer waarschijnlijk dat de top van het natuurlijke bodemprofiel door verploeging en egalisatie is afgeschoven en/of is opgenomen in het esdek. Derhalve wordt aan het plangebied een hoge verwachting toegekend voor onverstoorde archeologische waarden (nederzettingsresten, grafvelden) uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Voor de late middeleeuwen en nieuwe tijd (nederzettingsresten) geldt voor het westelijke deel een hoge verwachting en het oostelijke deel een lage verwachting. Voor onverstoorde vuursteenvindplaatsen uit het laatpaleolithicum tot en met het neolithicum geldt eveneens een lage verwachting. Gezien de hoge archeologische verwachting wordt geadviseerd een proefsleuvenonderzoek uit te voeren om de archeologische verwachting te toetsen en aan te vullen