De Woordhof te Hummelo, gemeente Bronckhorst: Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven

De aanleiding voor het hier gerapporteerde onderzoek is de voorgenomen ontwikkeling van woningbouw binnen het plangebied. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de gemeente Bronckhorst. Tijdens het vooronderzoek is vastgesteld dat vrijwel overal een intact bodemprofiel aanwezig is en daarom resten vanaf de bronstijd tot en met de middeleeuwen binnen het plangebied kunnen worden verwacht. Doelstelling Het doel van het inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven is het aanvullen en toetsen van de gespecificeerde verwachting (zie hoofdstuk 2), die gebaseerd is op het bureau- en booronderzoek. Dit omvat het vaststellen van de aan- of afwezigheid, de aard, het karakter, de omvang, de datering, de gaafheid, de conservering en de inhoudelijke kwaliteit van de archeologische waarden. Gevolgde onderzoeksmethode Het onderzoek aan de Woordhof te Hummelo is op 7, 8 en 9 juli 2010 uitgevoerd. Het onderzoek is uitgevoerd volgens de uitgangspunten en randvoorwaarden zoals vastgelegd in het Programma van Eisen (PvE) opgesteld door mevr. drs. H. Kremer. Tijdens het veldonderzoek is in overleg met de bevoegde overheid van de hierin beschreven onderzoeksmethodiek afgeweken. Het uitgevoerde puttenplan wijkt af van het oorspronkelijke puttenplan (afbeelding 1). Inplaats van de drie geplande proefsleuven, zijn twee proefsleuven gegraven. De proefsleuf gepland aan de oostzijde , ter hoogte van de Keppelseweg, kon niet worden aangelegd vanwege de aanwezigheid van bomen, struiken en kabels en leidingen in de ondergrond. Deze sleuf is opgesplitst en verlegd naar het schoolplein. Van de beide sleuven verlegd naar het schoolplein is één sleuf aan gelegd. De proefsleuf aan de noordkant van het schoolgebouw is in overleg met de bevoegde overheid en opdrachtgever, komen te vervallen. Uit de twee aangelegde sleuven is namelijk gebleken dat het terrein zeer veel bewoningssporen omvat. Het aanleggen van de derde sleuf zal in dit stadium van inventarisatie enkel onnodige verstoring van de bodem en de archeologische resten veroorzaken. De proefsleuf aan de zuidzijde, ter hoogte van de Groeneweg, is door ruimtegebrek verlegd en iets ingekort. Er zijn in elke werkput in eerste instantie vier profielkolommen aangelegd en gedocumenteerd. Omdat zich tussen profiel 2.3 en 2.4 een lemen vloer bevond is besloten het deel tussen deze beide profielen ook te documenteren. Dit deel is profiel 2.5 genoemd. Resultaten Tijdens het proefsleuvenonderzoek is gebleken dat zich waarschijnlijk binnen het gehele plangebied waardevolle archeologische resten bevinden te dateren in de ijzertijd (800-12 v.Chr) en in de laat- Merovingische en Karolingische periode (700-950 n.Chr). In hoeverre zich de sporen verhouden tot het plangebied (verspreiding) is aan de hand van dit inventariserend onderzoek niet te bepalen. Wel is duidelijk dat de aangetroffen resten van groot belang zijn voor het archeologisch en historisch onderzoek in de regio (en ook interregionaal)