Eindrapportage archeologisch karterend booronderzoek Lemmenesweg 4 te Meddo

Resultaten inventariserend veldonderzoek Uit de resultaten van het inventariserend veldonderzoek (IVO, karterende fase) blijkt dat de bodemopbouw bestaat uit een subrecent aangebrachte halfverhardingslaag (20e eeuw) tot circa 40 cm -mv, waaronder de oorspronkelijke erfophoging voorkomt, tussen 40 en 80 cm -mv. Direct onder deze door de mens opgebrachte lagen komt keileem voor, behorend tot de Formatie van Drente (Laagpakket van Schaarsbergen). Een duidelijk apart te onderscheiden laag afdekkend dekzand is niet aangetroffen. Mogelijk heeft er wel oorspronkelijk een dunne laag dekzand gelegen, maar dan is deze volledig vermengd met het erfophogingsmateriaal dan wel de halfverhardingslaag. Er zijn in het zeefresidu van de halfverhardingslaag en erfophoging alleen resten/brokken baksteen, puin en beton en kiezels aangetroffen. Er zijn in de erfophogingslaag ook geen archeologische indicatoren aangetroffen die duiden op een ouderdom rond het begin van de 19e eeuw, uit de tijd dat erve Bredenbos werd gesticht. Het kan dus ook zo zijn dat het opgeboorde materiaal tot aan de ongeroerde keileem geheel van recente ouderdom is (20e eeuw). Archeologisch relevante indicatoren zijn verder niet aangetroffen. Ook zijn er geen oude leemvloeren of (bak)stenen funderingen aangetroffen die gerelateerd kunnen worden aan voorgangers van de huidige boerderij. Conclusie Op basis van het ontbreken van archeologische indicatoren die duiden op restanten van voorgangers van de huidige boerderij als ook indicatoren die kunnen duiden op een oudere vindplaats, wordt geconcludeerd dat voor wat betreft de archeologie er geen gevolgen zijn vanuit de voorgenomen bode-mingrepen. Wat betreft landschappelijke ligging en verwacht oorspronkelijk bodemtype geeft het booronderzoek een overeenstemmend beeld met dat verwacht werd op basis van het bureauonderzoek. De hoge verwachting op het voorkomen van archeologische resten, vooral resten die te relateren zijn aan het historische erf (erve Bredenbos), wordt door het veldonderzoek niet bevestigd. Selectieadvies Op grond van het ontbreken van archeologisch relevante indicatoren, adviseert Econsultancy om, ten aanzien van de geplande bodemingrepen, in het kader van de Archeologische Monumentenzorg (AMZ) geen vervolgonderzoek te laten plaatsvinden. Wel dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij Onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Het verdient aanbeveling ook de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente Winterswijk (de heer K. Meinderts) en diens adviseur (de heer drs. M. Kocken, Regionaal Archeoloog regio Achterhoek) hiervan per direct in kennis te stellen