Archeologisch bureauonderzoek; Voorstraat 40 - 44 te Asperen in de gemeente Lingewaal

In het kader van de voorgenomen herontwikkeling is een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Het plangebied is gelegen ter plaatse van de stroomgordel van de Linge. Vermoedelijk bestaat de natuurlijke bodemopbouw uit oeverafzettingen op komafzettingen. Mogelijk zijn binnen delen van het plangebied beddingafzettingen aanwezig. Op de natuurlijke afzettingen ligt een 3 tot 4 m dik pakket antropogene ophogingen. Vanwege de aanwezigheid van oeverafzettingen van de Linge wordt de kans op de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf de Vroege Middeleeuwen hoog geacht. De kans op het voor komen van oudere resten wordt laag geacht. De Voorstraat ligt ter plaatse van de Laat-Middeleeuwse Lingedijk. Vanwege deze ligging, in combi-natie met de situering van bebouwing op het historische kaartmateriaal en de ligging van het kasteelterrein/de kasteelterreinen en de kerk, wordt verwacht dat het oorspronkelijke bebouwingslint waaruit Asperen ontstaan is langs deze weg/dijk heeft gelegen. De kans op de aanwezigheid van archeologische resten langs de Voorstraat wordt dan ook bijzonder hoog geacht. Resten daterend uit de Vroege Middeleeuwen (en het begin van de Late Middeleeuwen) worden onder de dijk verwacht in de oever-afzettingen van de Linge. Resten daterend vanaf de Late Middeleeuwen worden in/op het dijklichaam verwacht. Het plangebied grenst aan de zuidwestzijde aan de Stadswal. Voorafgaand aan de bouw van de stadsmuur is hier vermoedelijk een aarden wal aanwezig geweest, daterend uit de Late Middeleeuwen. Deze wal is mogelijk nog bewaard gebleven onder recentere ophogingslagen en zou deels binnen de begrenzing van het plangebied kunnen liggen. Verder wordt verwacht dat tussen de Lingedijk en de Stadswal ophogingslagen aanwezig zijn uit verschillende periodes. Bovendien wordt verwacht dat ook de wal en de dijk bedekt zijn geraakt als gevolg van opeenvolgende ophogingen in de Late Middeleeuwen en de Nieuwe tijd. Door het reliëf dat veroorzaakt wordt door de stadswal en de dijk, de verschillende ophogingslagen en de historische bebouwing langs de Voorstraat, wordt een complexe archeologische stratigrafie verwacht. In de 19e en de 20e eeuw hebben verschillende (ver)bouw- en sloopwerkzaamheden plaats gevonden binnen het plangebied. Deze werkzaamheden zullen het bodemprofiel deels hebben verstoord tot dieptes van maximaal 1,05 m -mv. Het valt echter niet uit te sluiten dat tussen de funderingssleuven nog deels intacte archeologische resten aanwezig zijn. Geadviseerd is om een proefsleuvenonderzoek uit te voeren