Crooijmansweg 10 te Overloon (gemeente Boxmeer) Een Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek: rapport 2946

ADC ArcheoProjecten heeft een bureauonderzoek en een inventariserend veldonderzoek uitgevoerd voor het plangebied Crooijmansweg 10 te Overloon (gemeente Boxmeer). Op basis van het bureauonderzoek is geconstateerd dat in het plangebied archeologische waarden van het Laat-Paleolithicum tot en met de Vroege Middeleeuwen kunnen voorkomen. Er worden geen archeologische waarden uit de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd verwacht omdat het plangebied in een relatief nat heidegebied lag. Omdat het plangebied op de noordelijke flank van een dekzandrug ligt, op de rand van een beekdal of een dalvormige laagte, geldt een hoge verwachting voor archeologische resten uit het Laat-Paleolithicum en het Mesolithicum. In het onderzoeksgebied is namelijk al een vindplaats uit deze periode bekend in een vergelijkbare landschappelijke context. Het archeologisch vondstniveau wordt verwacht in de basis van een ca. 30 cm dik plaggendek. Direct onder het plaggendek wordt het potentiële archeologische sporenniveau verwacht. Mogelijk is de top van dit sporenniveau niet goed zichtbaar door de aanwezigheid van een donkerbruine inspoelingshorizont of B-horizont. Teneinde deze verwachting te toetsen werd in het plangebied een verkennend booronderzoek, bestaande uit 5 boringen, uitgevoerd. In het zuidoosten van het plangebied zijn in boringen 3 en 5 restanten van de oorspronkelijke podzolbodem aangetroffen. Het betreft hier gebleekte korrels in de basis van het plaggendek en in boring 5 een donkerbruine laag wat het restant is van een B-horizont. In dit deel van het plangebied zal een archeologisch niveau bewaard zijn gebleven. In het overige deel van het plangebied is een 30 tot 50 cm dik plaggendek op een schone C-horizont aangetroffen. Hier zijn de restanten van de originele podzolbodem niet meer aanwezig en op dit deel van het plangebied is de bodem tot in de C-horizont omgewerkt. Daarom geldt voor dit deel een lage archeologische verwachting. Omdat in het zuidoosten nog een archeologisch niveau aanwezig kon zijn, is in dit deel van het plangebied een karterend booronderzoek uitgevoerd. Hierbij zijn acht boringen in een 20 x 17 m grid gezet met een 15 cm Edelmanboor. De opgeboorde grond is gezeefd om de aan- of afwezigheid van archeologische indicatoren te onderzoeken. Hierbij is aardewerk uit de Nieuwe tijd C aangetroffen. Op het historisch kaartmateriaal is het plangebied maakte het plangebied in de 19e eeuw deel uit van een uitgestrekt heidegebied en is het pas sinds 1917 bebouwd; waarschijnlijk zijn de aardewerkfragmenten gerelateerd aan de 20e eeuwse bebouwing