Uit het booronderzoek blijkt dat in een deel van het terrein nog veen aanwezig is. Die delen vormen zichtbare laagten. Daar waar geen veen aanwezig is, bevinden zich dekzandkopjes. In de meeste boringen bevindt zich tussen de bouwvoor en het dekzand een vergraven bodemlaag. In het zuidwesten is de top van het dekzand nog intact. Hier zijn B-horizonten aanwezig. Gezien de uitkomsten van het booronderzoek, is in overleg met Libau Steunpunt besloten geen vervolgonderzoek aan te bevelen
Het inventariserend veldonderzoek diende er toe vast te stellen, wat voor bodem aanwezig is en hoeve...
Synthegra heeft in opdracht van dhr. C. van Bommel een archeologisch verkennend booronderzoek uitgev...
Uit het inventariserend booronderzoek blijkt dat het onverstoorde dekzand in het zuidelijke deel van...
Uit het booronderzoek blijkt dat in een deel van het terrein nog veen aanwezig is. Die delen vormen ...
Het booronderzoek wijst uit dat de top van de zandondergrond niet meer intact is. Tijdens de (veen)o...
Uit het booronderzoek blijkt dat in het noordelijke gedeelte van de onderzoekslocatie geen podzolbod...
Uit het booronderzoek blijkt dat ondanks de scherpe overgang tussen de bouwvoor en het onderliggende...
Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de uitbrei...
Het booronderzoek heeft duidelijk gemaakt dat het terrein is opgehoogd met onder andere scherp zand ...
Het booronderzoek wijst uit dat in een enkele verspreide boring nog een restant van een B-horizont a...
Uit het booronderzoek blijkt dat de bodem van onder naar boven bestaat uit dekzand dat in het oosten...
Uit het booronderzoek blijkt dat in negen van de vijftien boringen de bodemopbouw in het dekzand dee...
Uit het booronderzoek blijkt dat in het meest noordelijke deel van de onderzoekslocatie onder de bou...
Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw in het grootste deel van het terrein intact is. Op d...
Het inventariserend veldonderzoek diende er toe vast te stellen, wat voor bodem aanwezig is en hoeve...
Synthegra heeft in opdracht van dhr. C. van Bommel een archeologisch verkennend booronderzoek uitgev...
Uit het inventariserend booronderzoek blijkt dat het onverstoorde dekzand in het zuidelijke deel van...
Uit het booronderzoek blijkt dat in een deel van het terrein nog veen aanwezig is. Die delen vormen ...
Het booronderzoek wijst uit dat de top van de zandondergrond niet meer intact is. Tijdens de (veen)o...
Uit het booronderzoek blijkt dat in het noordelijke gedeelte van de onderzoekslocatie geen podzolbod...
Uit het booronderzoek blijkt dat ondanks de scherpe overgang tussen de bouwvoor en het onderliggende...
Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de uitbrei...
Het booronderzoek heeft duidelijk gemaakt dat het terrein is opgehoogd met onder andere scherp zand ...
Het booronderzoek wijst uit dat in een enkele verspreide boring nog een restant van een B-horizont a...
Uit het booronderzoek blijkt dat de bodem van onder naar boven bestaat uit dekzand dat in het oosten...
Uit het booronderzoek blijkt dat in negen van de vijftien boringen de bodemopbouw in het dekzand dee...
Uit het booronderzoek blijkt dat in het meest noordelijke deel van de onderzoekslocatie onder de bou...
Uit het booronderzoek blijkt dat de bodemopbouw in het grootste deel van het terrein intact is. Op d...
Het inventariserend veldonderzoek diende er toe vast te stellen, wat voor bodem aanwezig is en hoeve...
Synthegra heeft in opdracht van dhr. C. van Bommel een archeologisch verkennend booronderzoek uitgev...
Uit het inventariserend booronderzoek blijkt dat het onverstoorde dekzand in het zuidelijke deel van...