Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Lottumseweg 59 te Grubbenvorst, gemeente Horst aan de Maas (L): ARC-Rapporten 2011-12

Karterend booronderzoek. De onderzoekslocatie ligt op een terras uit het Allerød, in de buurt van een aantal restgeulen en de Salderbeek. Op het terras worden hoge bruine enkeerdgronden verwacht. Door deze ligging heeft de onderzoekslocatie een hoge trefkans op archeologische resten en/of sporen voor de periode Laat-Paleolithicum – Nieuwe Tijd. In de omgeving van de onderzoekslocatie zijn archeologische vondsten vanaf het Mesolithicum bekend. De onderzoekslocatie is van 1832 tot 1954 onbebouwd geweest en in gebruik geweest als bouwland. De huidige bebouwing is tussen 1954 en 1958 gerealiseerd. Tijdens het karterende onderzoek zijn op de onderzoekslocatie hoge enkeerdgronden aangetroffen. In het westen van de onderzoekslocatie zijn deze tot in de B-horizont doorploegd. Onder de hoge enkeerdgronden is een horstpodzolgrond aanwezig. Aan de basis van het eerdek zijn fragmenten prehistorisch aardewerk, fragmenten middeleeuws aardewerk, protosteengoed uit de Middeleeuwen en slakmateriaal uit de Late Middeleeuwen – Nieuwe Tijd aangetroffen. Geconcludeerd kan worden dat de aanwezigheid van aardewerk uit twee periodes, IJzertijd en Middeleeuwen, duidt op de aanwezigheid van twee vindplaatsen binnen de onderzoekslocatie. Het betreft waarschijnlijk nederzettingsresten uit die periodes. Deze nederzettingsresten zullen zich voornamelijk manifesteren als grondsporen direct onder het eerddek, dus in de B- en C-horizont van de oorspronkelijke horstpodzol. De resten worden op het gehele terrein verwacht, behalve ter plaatse van de huidige bebouwing. Hier is het eerdek tijdens de bouw waarschijnlijk afgegraven, waarna de funderingen in het ’schone’ zand zijn aangelegd, dus in de Ben C-horizont. Eventuele grondsporen zullen daar grotendeels vergraven zijn