Een archeologisch bureau-onderzoek en inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Rijksstraatweg 252 te Elst (U): ARC-Rapporten 2011-76

De onderzoekslocatie ligt op de flank van de Utrechtse Heuvelrug, op de overgang naar het Oerstroomdal van de Rijn. Hierdoor heeft het hoger gelegen gedeelte van de onderzoekslocatie een hoge trefkans op archeologische resten en/of sporen uit de periode Laat-Paleolithicum – Nieuwe Tijd. Uit de in de nabijheid van de onderzoekslocatie gelegen monumenten en waarnemingen blijkt dat de omgeving van Elst al sinds het Laat-Paleolithicum in gebruik is bij de mens. Op zeer korte afstand van de onderzoekslocatie zijn meerdere vondsten gedaan uit de periode IJzertijd – Middeleeuwen. In de omgeving zijn naast vondsten die duiden op nederzettingen ook grafresten aangetroffen. In het noorden van de onderzoekslocatie worden holtpodzolgronden verwacht, in het zuiden poldervaaggronden. In 1832 was de onderzoekslocatie onbebouwd en in gebruik als bos. In 1900 was de onderzoekslocatie in gebruik als bouwland. De huidige bebouwing is grotendeels tussen 1912 en 1958 gerealiseerd. Ter plaatse van de huidige bebouwing is het archeologisch niveau al verstoord. Ook ter plaatse van de afgegraven riviervlakte, in het zuiden van de onderzoekslocatie, is het archeologisch niveau reeds verdwenen. De nieuwbouw vindt deels binnen de contouren van de huidige bebouwing en deels buiten de contouren van de huidige bebouwing plaats, op het hoger gelegen gedeelte van de onderzoekslocatie. Het deel van het nieuwe woongebouw dat buiten de huidige bebouwing valt is ongeveer 98 m2. Ook de theekoepel en de parkeerplaatsen vallen buiten de huidige bebouwing. Tijdens het karterende booronderzoek is de verwachtte sandr met holtpodzolgronden aangetroffen. In een boring was het bodemprofiel geheel intact, in twee boringen is de top van de B-horizont tot 50 a 60 cm –mv vergraven. In een boring is de bodem tot in de C-horizont vergraven. Alle determineerbare vondsten zijn van recente ouderdom. Geconcludeerd kan worden dat de bodem op de onderzoekslocatie, buiten de onderkelderde bebouwing, slechts in beperkte mate is verstoord. Er is geen vindplaats ouder dan Nieuwe Tijd op de onderzoekslocatie aangetroffen. Diepere, oudere grondsporen kunnen echter nog wel aanwezig zijn