Archeologisch booronderzoek Zwarteweg 5 te Beltrum, gemeente Berkelland (GE)

Aanleiding tot het archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de bouwplannen voor de onderzochte percelen aan de Zwarteweg te Beltrum, gemeente Berkelland. Uit het eerder uitgevoerde bureauonderzoek blijkt dat het plangebied bestaat uit een beekdal en dekzandwelvingen. Voor het beekdal geldt een lage verwachtingswaarde en voor de dekzandwelvingen een middelhoge trefkans op archeologische resten. De mate van intactheid van het bodemprofiel is maatgevend voor de trefkans op archeologische resten. Daarom is een archeologisch booronderzoek noodzakelijk. Het archeologisch verkennend booronderzoek heeft plaatsgevonden op 7 december 2010 conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. en de richtlijnen uit het bureauonderzoek. In totaal zijn twaalf boringen gezet. Op grond van de bodemopbouw is de kans op het aantreffen van archeologische resten minimaal. Uit het verkennend inventariserend veldonderzoek blijkt dat de bovengrond scherp overgaat in het onderliggende dekzand. In dit dekzand zijn geen indicaties voor bodemvorming aanwezig. In twee boringen (6 en 12) is sprake van afzettingen van zandige leem, mogelijk beekdalafzettingen. In de boringen 1, 3, 4, 7, 8, 9, is sprake van een opgebrachte dan wel vergraven bodemlaag. In de boringen 1, 11, en 12 is een tweedeling in de bouwvoor te zien en in de boringen 2, 5, en 6 gaat de bouwvoor scherp over in de natuurlijke ondergrond. Het deelgebied ten noordoosten van de boerderij ligt volgens de geomorfologische kaart in de zone met beekdalafzettingen. Alleen bij boring 6 en 12 is sprake van beekafzettingen in de vorm van zandige leem. In de overige boringen ontbreken deze beekafzettingen. Daar waar sprake is van een tweedeling in de bouwvoor is de onderste bodemlaag gezeefd. Hierbij zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen