Een inventariserend archeologisch veldonderzoek aan de Noordenveldweg/Norgerweg te Donderen

Te Donderen, gemeente Tynaarlo, is op 6 april 2004 een inventariserend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd. Het plangebied ligt ten noordoosten van de Noordenveldweg (N372) en ten oosten van de Norgerweg. Het ongeveer 1 hectare grote gebied ligt rond zes meter boven het NAP en is momenteel in gebruik als grasland. De bodem van het plangebied bestaat uit een enkeerdgrond van lemig fijn zand (classificatie bodemkaart zEZ23 met grondwatertrap VII: gemiddeld hoogste grondwaterstand meer dan 80 cm en gemiddeld laagste grondwaterstand meer dan 160 cm beneden het maaiveld). Het gebied maakt deel uit van een heuvelrug met 40-120 cm dekzand en het heeft een cultuxirdek (esdek) van meer dan 40 cm dikte (classificatie fysisch-geografische kaart Drenthe Pr Ina). Uit het plangebied zelf zijn geen vondstmeldingen aanwezig in het Centraal Archeologisch Archief (CAA) en het Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB). De dorpskern van Donderen wordt aangegeven als een 'terrein van hoge archeologische waarde' (CMA-nr. 14028/12B-057). Dit is onder andere gebaseerd op een verkenning uit 1967 waarbij aan de rand van het esdek ten zuiden van het dorp, door A. Meier van het toenmalige Biologisch Archaeologisch Instituut, een kuil met vroeg-middeleeuws aardewerk werd ontdekt: gedateerd 725 - 900 n.C. (CAA-nr. 238850/12BZ-72). Aan de noordkant van de Norgerweg, bij een kerkhof enkele honderden meters van het plangebied verwijderd, is aardewerk uit de ijzertijd (800-12 v.C.) aangetroffen (CAA-nr. 238827/12BZ-105). Dit onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van de gemeente Tynaarlo, vertegenwoordigd door dhr. E.G. Zijlstra. De aanleiding tot het onderzoek is het plan voor de bouw van tien woningen op het terrein. Aan het plangebied wordt op de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) een hoge trefkans op archeologische sporen toegekend. Het doel van het onderzoek is vast te stellen of in het gebied nog onverstoorde archeologische grondsporen verwacht kunnen worden. Hiertoe is de gaafheid van het bodemprofiel bepaald. Tevens is de bodem onderzocht op de aanwezigheid van archeologische indicatoren