Plangebied Rulselaan te Heeze, gemeente Heeze-Leende; archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (proefsleuven): RUHE3

In opdracht van de gemeente Heeze-Leende heeft RAAP Archeologisch Adviesbureau op 7 oktober 2010 aan de Rulselaan te Heeze een inventariserend veldonderzoek in de vorm van proefsleuven uitgevoerd in verband met toekomstige nieuwbouw en de daarmee gepaard gaande bestemmingsplanwijziging. Binnen het plangebied werden op basis van de resultaten van het vooronderzoek nederzettingsresten van landbouwers (periode Neolithicum t/m Nieuwe tijd) ver wacht. Het primaire doel van dit onderzoek was het toetsen en aanvullen van de gespecifi ceerde archeologische verwachting voor het onderzochte gebied, waarbij het in eerste instantie ging om het (al dan niet) vaststellen van de aanwezigheid van archeologische grondsporen. Voorts diende het onderzoek zich te richten op de aard, omvang, datering, kwaliteit (gaafheid en conservering) en diepteligging van eventueel aanwezige archeologische grondsporen en resten. Indien behoudenswaardige resten werden aangetroffen kon conform PvE - aansluitend op het proefsleuvenonderzoek - doorgestart worden naar een definitieve opgraving. De bodem in het plangebied is een zwarte enkeerdgrond. Deze wordt gekenmerkt door een esdek of plaggendek van minimaal 50 cm. Het esdek bestaat in het plangebied over het algemeen uit een dikke bouwvoor (Aap-horizont). Plaatselijk is in het esdek nog een gelaagdheid aanwezig en is een ouder restant van het esdek bewaard (Aa-horizont). Onder het esdek bevindt zich een plaatselijk sterk gebioturbeerde (d.w.z. door dieren en wortels verstoorde) C-horizont die uit dekzand bestaat. In het kader van het proefsleuvenonderzoek zijn 3 sleuven gegraven. Er zijn hierin geen nederzettingsresten van landbouwers of andere behoudenswaardige archeologische sporen aangetroffen. De aangetroffen sporen betroffen voornamelijk natuurlijke of (sub)recente verstoringen. In het westen van de putten 1 en 2 zijn sporen aangetroffen (S3 en S6) die waarschijnlijk gerelateerd kunnen worden aan de Rulselaan of diens voorloper. Het betreft langgerekte, ondiepe sporen die geïnterpreteerd worden als de basis van een reeks greppels of mogelijk ook als karrensporen. Hierin zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Omdat tijdens het proefsleuvenonderzoek geen behoudenswaardige vindplaats is aangetroffen, is de uitvoering van een definitieve opgraving niet van toepassing en wordt geadviseerd om het plangebied ten aanzien van de geplande nieuwbouw en bestemmingsplanwijziging vrij te geven