Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van megaboringen aan de Westdorperstraat te Schoonloo, gemeente Aa en Hunze (Dr.)

Uit de megaboringen blijkt dat de intactheid van de bodem wisselt (bijlage 1). Van de vijftien megaboringen hadden er zes een restant van een B-horizont, dat is bemonsterd en gezeefd. Het gaat daarbij om de boringen 2, 3, 4, 8, 9, en 14. Deze boringen vormen het middendeel van het onderzochte terrein. Bij de andere negen boringen ging de bouwvoor scherp over in het gele zand van de C-horizont. Alle monsters bevatten kleine grindjes. De grond uit boring 2 en 4 bevatte bewerkt vuursteen, en wel een mogelijke afslag (boring 2) en een afslag met retouche (boring 4).4 Dit zijn archeologische indicatoren. Uit de resultaten van het booronderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden. Op de plaatsen van de stort, aan de noord- en zuidzijde van het onderzoeksterrein, kon nog geen IVO plaatsvinden. Dit moet alsnog gebeuren, om vast te kunnen stellen of de bodemopbouw ter plaatse intact is, en zoja, of er sprake is van archeologische indicatoren. De locaties met deels intacte bodemhorizonten zijn bemonsterd en hebben op twee plaatsen (boring 2 en 4) een archeologische indicator opgeleverd