Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van boringen op de locaties 5C en 2F7 in Almere, gemeente Almere (Fl.): ARC-Rapporten 2004-25

In het kader van het streven van de gemeente Almere naar behoud van een representatief deel van haar behoudenswaardig archeologisch erfgoed heeft de gemeente aan Archaeological Research & Consultancy (ARC bv) uit Groningen opdracht gegeven voor een inventariserend booronderzoek op twee terreinen. Het gaat hierbij met name om, in principe, behoudenswaardige archeologische vindplaatsen van (inter)nationaal belang te localiseren. In Almere zijn vindplaatsen te verwachten uit de periodes Paleolithicum tot Neolithicum op en in het pleistocene oppervlak, en uit de Middeleeuwen waaronder scheepswrakken. Het archeologisch onderzoek is uitgevoerd door dr. H. Buitenhuis in de periode 1–12 maart 2004 in samenwerking met het bedrijf Aiom-Archeotech, die verantwoordelijk waren voor het mechanisch boren. Conclusie en waardering: De eerste fase van het archeologisch Inventariserend Vooronderzoek heeft aangetoond dat op een groot deel van het terrein 5C een min of meer intacte podzolbodem in het pleistocene zand aanwezig is. Ook is zeer veel houtskool aangetroffen en zijn er drie boringen met botfragmenten gevonden. Een fragment kan een natuurlijke oorsprong hebben, maar de andere twee fragmenten wijzen op vroegere activiteit van mensen in de directe omgeving. Ook het vele houtskool, waarvan een deel zelfs iets grover is, zou een anthropogene oorsprong kunnen hebben. Gezien de intactheid van de bodem in het pleistocene zand en de duidelijke aanwezigheid van archeologische indicatoren, is een hoge verwachtingswaarde aan dit terrein toe te schrijven, en verdient het aanbeveling een verder waarderend onderzoek uit te voeren. Aan het terrein 2F7 is daarentegen slechts een zeer lage verwachtingswaarde toe te schrijven. De bodemopbouw toont een pleistocene zandafzetting waarvan de oude bodem volledig is verdwenen, vermoedelijk als gevolg van verspoeling voordat het Hollandveen zich heeft kunnen vormen. Ook de archeologische indicatoren zijn slechts zeer beperkt aanwezig en lijken niet aan te geven dat zich op het terrein of in de directe omgeving interessante archeologische overblijfselen bevinden