Duurzame inzetbaarheid. Inventarisatie van doelgroepen en de noodzaak tot scholing

Mede op basis van TNO-onderzoek bracht begin deze maand de Raad voor Werk en Inkomen (RWI) het advies uit om in het kader van duurzame inzetbaarheid te investeren in de ontwikkeling van werknemers met een lage en/of verouderde opleiding. ‘We worden er beiden beter van’ is het motto. TNO ontwikkelde voor het advies een nieuwe methode om de doelgroepen voor scholingsbeleid te inventariseren. TNO inventariseerde voor de RWI de doelgroepen voor scholingsbeleid. Zij deed dat niet alleen op basis van het opleidingsniveau, maar ontwikkelde een nieuwe methode om ook de risico’s van kwalificatieveroudering mee te wegen. Dat leverde nieuwe inzichten op in ‘kwetsbaarheid’. Drukkers en nabewerkers zijn bijvoorbeeld goed geschoolde vakkrachten, maar hebben vanwege snelle technologische ontwikkelingen, psychosociale belasting en een krimpende werkgelegenheid wel een relatief kwetsbare arbeidsmarktpositie, mét een forse scholingsnoodzaak. In het advies van de RWI wordt om die reden niet louter gepleit voor investeringen in versterking van de arbeidsmarktpositie van lager opgeleiden. RWI pleit juist ook voor toekomstgerichte investeringen in werknemers die met verouderde kwalificaties kampen of het risico lopen dat op korte termijn te zullen doen. Door middel van praktische mogelijkheden kunnen werknemers met een lage of verouderde opleiding tot scholing worden bewogen. Hiermee kunnen zij zichzelf verbeteren en hun arbeidsmarktpositie versterken. Ook voor werkgevers heeft investeren in lager opgeleiden voordelen. De RWI pleit daarom in haar op 8 december gepubliceerde advies ‘We worden er beiden beter van’ voor gerichte aandacht voor de ontwikkeling van lager opgeleiden. Het RWI-advies beschrijft wat bedrijven kunnen doen om ook onder deze groep een leercultuur te stimuleren