Un emprunt « forcé » à Arras en 1433.

A « Forced » Loan in Arras in 1433. The pressing demands for subsidies made by the prince, above all in times of war, compel the cities to face them most of the time in an emergency. For lack of immediately available funds, one of the most frequent means resorted to is the levy of life annuities. A loan raised among the wealthier citizens is also used. Rarer is the forced loan raised from part of the middle-class. In the case of Arras, two such occurrences are know. That of 1424, documented by Claudine and Pierre Bougard and that of 1433, whose unfortunately incomplete list of lenders is proposed in this paper.Les demandes pressantes de subsides de la part du prince, surtout en période de guerre, obligent les villes à y faire face le plus souvent dans l'urgence. Faute de moyens disponibles dans l'immédiat, un des recours les plus fréquents est l'émission de rentes viagères. L'emprunt auprès de quelques riches particuliers est également utilisé. Plus rare est l'emprunt forcé auprès d'une large partie de la bourgeoisie. Pour Arras nous en connaissons deux : celui de 1421, édité par Claudine et Pierre Bougard, et celui de 1433 dont la liste, hélas incomplète, des prêteurs est présentée ici.Een « dwang » lening in Atrecht in 1483. De dringende vraag van de prins naar subsidie, vooral in oorlogstijd, verplicht de steden noodmaatregelen te treffen. Uit gebrek aan onmiddellijk beschikbare middelen neemt men zijn toevlucht tot de uitgifte van lijfrentes. Soms wordt er bij enkele rijken ontleend. Zeidzamer is een dwanglening bij het grotere publiek (burgerij). Zo zijn er in Atrecht twee geweest, een in 1421, uitgeschreven door Claudine en Pierre Bougard en die van 1433, waarvan hier slechts een onvolledige lijst kan gepubliceerd worden.Coulon Laurent. Un emprunt « forcé » à Arras en 1433.. In: Revue du Nord, tome 79, n°322, Octobre-décembre 1997. Etudes offertes à Gérard Sivéry. pp. 939-948