[coin] Denarius, Hoei, Hugo van Pierrepont, Prinsbisdom Luik.

Recto: De buste van de prinsbisschop, met een mijter, in driekwart vooraanzicht naar rechts ; hij houdt een kromstaf verticaal met de rechterhand ; rechts daarvan, de buste van een andere man in driekwart vooraanzicht naar links ; bovenaan en rechts, evenwijdig aan de rand, H – V – [GO] ; rondom, een cirkel en een parelcirkel.Verso: In het midden, een perron ; op het kruis zitten drie vogels ; links van het perron, een man ten halven lijve naar rechts ; hij houdt een hamer verticaal met de rechterhand ; rechts van het perron, een maansikkel en een bolletje ; rondom, een cirkel en een parelcirkel.De Chestret de Haneffe, J., Numismatique de la principauté de Liége et de ses dépendances (Bouillon, Looz) depuis leurs annexations, Bruxelles, 1890, nr. 157.Frère, H., Monnairs de l'évêque de Liège frappées à Huy et à Statte, in Revue belge de numismatique et de sigillographie, 1962, Wetteren: Cultura, nr. 60.Vanhoudt, H. Atlas der munten van België : van de Kelten tot heden. Herent : H. Vanhoudt, 1996, nr. G 845.Dengis, J-L., Les monnaies de la Principauté de Liège, I. De Notger à Henri de Gueldre (972-1274). Wetteren: Moneta, 2006, nr. 417.Bijzondere collectie