Measuring the impact of health on work in a context of delayed retirement

In het onderzoek staat de vraag centraal of het feit dat de gezondheid achteruitgaat met toenemende leeftijd een belemmering vormt voor het langer doorwerken van oudere werknemers. De conclusie is dat dit gemiddeld genomen geen groot probleem zal zijn en dat een hogere pensioenleeftijd tot een toename van de arbeidsparticipatie van ouderen kan leiden. De meeste oudere werknemers zijn voldoende gezond om te kunnen blijven werken en ook veel minder gezonde mensen slagen er toch in om te blijven werken. Deze bevinding is goed nieuws voor beleidsmakers die een toename van de arbeidsparticipatie van ouderen als een belangrijk instrument beschouwen om de financiële duurzaamheid van pensioenstelsels te waarborgen. Toch is het beeld niet uitsluitend positief. Hoewel lichamelijke gezondheid geen belangrijk obstakel lijkt te vormen voor een hogere pensioenleeftijd, kan hetzelfde niet met even veel zekerheid worden gezegd over psychische gezondheid. Bovendien zijn er mensen die de laatste fase van hun carrière ingaan met een slechte of verslechterende gezondheid, die geen andere keuze hebben dan te stoppen met werken vóór de officiële pensioengerechtigde leeftijd en afhankelijk worden van sociale uitkeringen. Dit zijn vooral mensen met een sociaaleconomische achterstand. In plaats van een algehele rem op de stijging van de pensioenleeftijd voor iedereen kan het beleid zich beter richten op verbetering van de gezondheid en aanpassing van arbeidsomstandigheden voor specifiek deze groep.The fact that health deteriorates with age should not prevent people from working well into their late 60s. Most people in their 50s and 60s are still sufficiently healthy, and many less-healthy people still manage to work despite experiencing poorer health. This finding is good news for policy makers who consider an increase in labor force participation rates among older people as an important tool for safeguarding the long-term solvency of pension schemes. Yet, the picture is not all rosy. Although physical health does not seem to form an important obstacle towards higher retirement ages, the same cannot be said with as much certainty concerning psychological health. Furthermore, there remain people who enter the latter phase of their career with poor or deteriorating health who have no choice but to stop working before the official retirement age and rely upon social benefits. Also, inequalities between socio-economic groups remain in the number of years that they are capable to work. These challenges will have to be tackled if societies commit to provide everyone with good work and retirement opportunities at older ages