Het is in de moderne archeologie gewoon om ook aandacht te schenken aan rituelen en andere uitingen van de ideeënwereld van mensen in het verleden. De theoretische fundering daarvan is echter niet altijd toereikend. In dit proefschrift wordt een theoretisch kader ontwikkeld dat is toegesneden op de archeologie, vanuit het uitgangspunt dat religie en ritueel bijproducten zijn van evolutionair nuttige eigenschappen die onlosmakelijk zijn verbonden met het menselijk bestaan. Aan de hand van dit theoretische kader is het mogelijk om de restanten van rituelen te herkennen en deels ook te begrijpen. Deze inzichten worden vervolgens toegepast op een bijzondere archeologische regio: het terpen- en wierdengebied van Groningen en Friesland. Aan de ha...