Patterns of adaptation to cancer during psychological care

De diagnose kanker kan een grote invloed hebben op het dagelijks leven van mensen, hun lichamelijke gezondheid en psychisch functioneren. In de laatste decennia zijn verschillende psychologische behandelingen ontwikkeld om mensen te helpen met hun omgang met kanker. In verscheidene gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCTs) is onderzocht of deze interventies effectief zijn in het verbeteren van psychisch functioneren, met een groot aantal studies die aantonen dat psychologische behandelingen mensen met kanker kunnen helpen bij het verbeteren van hun stemming en functioneren. In de meeste van deze onderzoeken is bestudeerd hoe mensen gemiddeld als groep veranderen, ten aanzien van hun omgang met kanker. Daardoor weten we nog weinig over hoe personen van elkaar kunnen verschillen in hun respons op psychologische zorg. Om hier meer inzicht in te geven, was het doel van dit proefschrift om subgroepen van personen te identificeren die verschillende aanpassingspatronen laten zien tijdens het ontvangen van psychologische zorg. Het onderzoek richtte zich zowel op negatieve als positieve gevolgen als voorspellers van aanpassing aan kanker. De resultaten laten duidelijk zien dat mensen met kanker verschillen in hun respons op psychologische zorg. In het bijzonder toonde het onderzoek aan dat een klein maar substantieel aantal mensen ondanks psychologisch zorg klachten als somberheid, angst en vermoeidheid bleef ervaren. De bevindingen suggereren dat zowel naturalistisch onderzoek als interventie onderzoek zich in de toekomst meer zou moeten richten op het bestuderen van subgroepen van mensen met kanker, omdat mensen verschillen in hun omgang met het ziekteproces en verschillend reageren op psychologische zorg.A diagnosis of cancer can have a significant effect on people’s daily life, their physical health and psychological functioning. During the past decades, different types of psychological interventions have been developed to help people to adapt to cancer, and numerous randomized controlled trials have examined the effectiveness of these interventions in improving people’s functioning, suggesting their efficacy in improving patients’ mood. The majority of these RCTs mainly examined how cancer patients, as a group, changed with respect to changes in adaptation. Therefore, little is known about how individuals differ from each other in their changes while receiving psychological care. In order to fill in this gap, the current thesis aimed to identify subgroups of people showing distinct patterns of adaptation to cancer over a period of receiving psychological care. We focused on both negative and positive outcomes as well as on predictors of adaptation to cancer. Results clearly confirmed that people with cancer vary in their responses to receiving psychological care. In particular, this research identified a small but substantial number of people who were having difficulties in coping with cancer, even while receiving psychological care. Our findings suggest that future research, both naturalistic and RCT studies, should focus more on the examination of subgroups of people with cancer, as individuals differ from each other in adaptation to the cancer experience and respond differently to receiving psychological care