De impact van de bovenbestuurlijke beslissingen op de lokale fiscaliteit in Vlaanderen, deelpaper 4: tarieven en tariefwijzigingen in functie van de fiscale draagkracht, de financieringsmix en een reeks financiële indicatoren

Deze paper is de vierde van een reeks documenten waarin het onderzoek naar de bovenbestuurlijke effecten op de fiscaliteit van de Vlaamse gemeenten centraal staan. In deze bijdrage gaan we verder in op de tweede onderzoeksvraag van het project : “Hoe generaliseerbaar is de recente toename van de voornaamste lokale belastingtarieven?”. Daar waar in de derde paper de exogene kenmerken centraal staan, worden in deze paper de endogene kenmerken van gemeenten in verband gebracht met de OOV- en APB-tarieven. In een eerste paragraaf na de inleiding wordt de keuze van de maatstaf nogmaals verduidelijkt. Vervolgens gaat de aandacht uit naar een aantal endogene kenmerken van gemeenten die verschillen in lokale belastingtarieven zouden kunnen verklaren. In eerste instantie staan we stil bij indicatoren van de lokale draagkracht. We zoeken naar de mate waarin verschillen in het objectief belastingvermogen de variatie in de OOV- en APB-tarieven kunnen verklaren. In een tweede luik bespreken we de financieringsmix van de gemeenten. Hoe afhankelijk zijn gemeenten van deze twee heffingen en wat is het belang van dotaties voor de ontvangsten van gemeenten? Blijken gemeenten met een hogere schuldgraad ook sneller en sterker de lokale belastingtarieven op te voeren? In een derde luik bestuderen we de financiële conditie van gemeenten. We analyseren of we in gemeenten met een deficit op de rekening hogere tarieven vaststellen dan in gemeenten met een sluitende rekening. Tenslotte brengen we de Finapsis in kaart