Evaluatie van de Rookvrije Generatie beweging in Amsterdam: Een onderzoek naar het verschil in bereik, draagvlak en beoogde opbrengsten van de Rookvrije Generatie beweging tussen mensen met een lage en hoge sociaaleconomische positie in Amsterdam

Doelstelling In 2018-2021 heeft het Trimbos-instituut, samen met Gezondheidsfondsen voor Rookvrij en Pharos, in opdracht van ZonMw een onderzoek uitgevoerd naar de potentiële ‘impact’ van de Rookvrije Generatie beweging in Amsterdam. Het doel van dit onderzoek was om na te gaan of er in de stad Amsterdam een verschil is in de potentiële ‘impact’ van de Rookvrije Generatie beweging tussen volwassenen en jongeren met een lage of hoge sociaaleconomische positie (SEP) en tussen lage en hoge SEP stadsdelen. Om een beeld te krijgen van de potentiële ‘impact’ van de Rookvrije Generatie beweging op individueel en stadsdeel niveau zijn in dit onderzoek de volgende drie onderzoeksvragen beantwoord: 1. Wat is in Amsterdam de potentiële ‘impact’ van de Rookvrije Generatie beweging onder inwoners en verschilt dit tussen lage en hoge SEP inwoners? (individueel niveau) 2. Verschilt de potentiële ‘impact’ van de Rookvrije Generatie beweging in Amsterdam tussen lage en hoge SEP stadsdelen? (stadsdeel niveau) 3. Welke factoren beperken de potentiële ‘impact’ van de Rookvrije Generatie beweging in Amsterdam en verschilt dit tussen lage en hoge SEP inwoners? Doelgroep en methode Dit onderzoek is opgesplitst in zeven deelonderzoeken. De data van twee deelonderzoeken uit deze studie, het deelonderzoek onder volwassenen uit Amsterdam en het deelonderzoek onder jongeren uit heel Nederland, worden beschikbaar gemaakt zodra het embargo is verlopen (op 6 juni 2023). Onder volwassenen is via een panel van de Gemeente Amsterdam een vragenlijst uitgezet, waarvan uiteindelijk 2436 vragenlijsten zijn meegenomen in de analyses. De vragenlijst onder jongeren is afgenomen op reguliere scholen van het voortgezet onderwijs. Uiteindelijk hebben 3744 jongeren de vragenlijst ingevuld. Voor een uitgebreide beschrijving van de methoden, verwijzen we naar bijlage 2 en 3 van het rapport (Scheffers – van Schayck e.a., 2022)