Breast cancer screening in women at elevated risk:Comparative evaluation of screening modalities to inform practice

We hebben de optimale methode onderzocht voor het vroeg detecteren van borstkanker bij vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker. Terwijl Nederlandse vrouwen in het algemeen tussen het 50e en 75e levensjaar elke 2 jaar worden gescreend met mammografie, heeft deze groep vrouwen met een verhoogd risico een meer frequent screeningsprogramma nodig dat op jongere leeftijd start. Met simulatie studies laten we zien dat jaarlijkse screening vanaf 30 jaar met mammografie plus MRI het meest effectief is. Dit geldt ook voor vrouwen boven de 50. Opvallend is dat voor vrouwen onder de 40 jaar met een BRCA1-mutatie mogelijk alleen MRI voldoende is, terwijl dat niet geldt kan voor vrouwen met een BRCA2-mutatie. Ook voor vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker ten gevolge van familiaire belasting laat toevoeging van MRI aan mammografie een verhoogde sensitiviteit zien, echter wel met meer fout positieven. Voor oudere vrouwen van 60 tot 75 is alleen voor de BRCA2-mutatiedraagsters en met dicht borstweefsel alternerende mammografie en MRI meer kosteneffectief dan jaarlijkse mammografie. In de algemene populatie laat digitale borst tomosynthese een verhoogde sensitiviteit zien in screening en diagnostiek. Bovendien is deze techniek in het bijzonder effectief voor screening van vrouwen met dicht borstweefsel. Onze resultaten laten zien dat BRCA1 en BRCA2-mutatiedraagsters niet als één groep kunnen worden beschouwd. Het is belangrijk om niet alleen voor de verschillende groepen vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker, maar ook voor degene met dicht borstweefsel, verschillende screeningsstrategieën te ontwikkelen.This thesis investigated the optimal modality in breast cancer (BC) screening in women at elevated BC risk (including: BRCA1/2 mutation carriers, women at familial risk without a known gene mutation), and women with dense breasts. In general, women are screened for BC between the ages of 50 and 75 with 2D mammography. However, the high risk groups of women need more frequent screening program due to the young age of onset. Simulation studies showed that annual screening with mammography and MIR from age 30 was the most effective. That is also true for women over age 50. It is noticeable that in women with a BRCA1 mutation under age 40 MRI screening alone can be sufficient while in women with a BRCA2 mutation, screening with both MRI and mammography is still needed. For women at familial risk, MRI and mammography increased the sensitivity while significantly increased false positive rate. In women aged 60 and over, only for those with a BRCA2 mutation and dense breast, , annual alternating mammography and MRI was cost-effective compared to annual mammography. In general 3D mammography, digital breast tomosynthesis has higher sensitivity than 2D mammography in screening and diagnostic. Specifically, this method is effective for screening women with dense breast. Our results suggest that women with a BRCA1 or a BRCA2 mutation cannot be treated as one group. This is important to have different screening strategies not only for different groups of high risk women, but also for those with dense breasts