Vanuit methodologisch oogpunt – en daar hoort een psycholoog bij een gevalsstudie op te letten – heeft Hagar Peeters onwaarschijnlijk veel geluk gehad met Gerrit de Stotteraar. Tussen zijn elfde, toen hij voor het eerst met justitie in aanraking kwam, en zijn laatste veroordeling in 1986 als zesenzestigjarige is hij telkens zichzelf gelijk gebleven. Ruim een halve eeuw lang maakte hij zich schuldig aan inbraken – voor iets anders is hij nooit veroordeeld. Hij kwam eerst op de fiets, later met de auto; bleef aanvankelijk in de buurt, reisde daarna door het hele land; jatte in het begin simpele spullen, later luxegoederen, maar uiteindelijk was het altijd diefstal. Hij ging niet over op overvallen of heling, niet op afpersing of oplichting. Q...