Het is 1974. De pvda heeft zitting in het door haar voormanJoop den Uyl geleide kabinet – achteraf bezien de meest linkse regeringuit de Nederlandse parlementaire geschiedenis. De SocialistiesePartij (die dan de ‘progressieve’ spelling hanteert) is in dietijd een sektarisch, maoïstisch splintergroepje dat niets van de sociaal-democratie moet hebben en haar als een steunpilaar van hetkapitalisme beschouwt. Van die kritiek van de sp is de pvdavolstrektniet onder de indruk, voor zover ze die al hoort. De sociaal-democratenheersen sinds jaar en dag op de linkerzijde van de Nederlandsepolitiek. De hooguit enkele honderden leden tellende sp verblijftdaarentegen in de marge van het politieke bestel en vormt op geenenkele wijze een bedreiging voor ...