De prolegomena voor de hier geboden studie over 'Het Objectiviteitsbeginsel in de oudste Grieksche ethiek' kunnen kort zijn: zij hebben uiteen te zetten, wat het objectiviteitsbeginsel is, wat wij zullen verstaan onder 'Grieksche ethiek', en tenslotte, in welke zin er sprake kan zijn van een verbinding dezer beide begrippen, zooals de titel die aangeeft. Wanneer iemand ons, nadat wij een daad van opofferende menschenliefde hebben beoordeeld als 'goed' als 'slecht' daarentegen een, die getuigt van een niets ontziende zelfzucht, verrast met de vraag, wàt dan toch eigenlijk goed is en wat slecht, dan staan wij tegenover dit grondprobleem der ethiek als de sophisten tegenover Sokrates telkens herhaalde vraag naar het wezen der deugd: onbeholpen...