De vermogensrechtelijke positie van de gebruiker van software is al geruime tijd omstreden in binnen- en buitenland. De verkrijging van software laat zich niet meer vergelijken met de traditionele verkrijging van een stoffelijk exemplaar van een auteursrechtelijk beschermd werk zoals een schilderij. De ‘rechtmatige verkrijger’ van software heeft na de invoering van de Europese softwarerichtlijn op zijn minst een auteursrechtelijke licentie nodig om rechtmatig van zijn software gebruik te mogen maken. Hiermee is voor de gebruiker de van oudsher vanzelfsprekende zelfstandige positie als eigenaar van het exemplaar irrelevant geworden. De afhankelijke licentiepositie is in het Nederlandse recht zichtbaar bij het faillissement van de leverancier...