Dit boek handelt over de ontwikkeling en struktuur van het leerstuk van de onrechtmatige daad als belangrijkste vorm van buiten-kontraktuele schadevergoeding. Om inzicht te krijgen in de fundamentele struktuur van dit leerstuk in het huidige recht en in het Nieuw BW werd de ontwikkeling gerekonstrueerd van de voornaamste elementen daaruit. De periode 1838 tot 1919 stond daarbij centraal. In dat laatste jaar heeft de Hoge Raad in het arrest Lindenbaum-Cohen de verhouding tussen de verschillende elementen vastgelegd. Zie: Samenvatting