Dit proefschrift rapporteert onderzoek naar het verwerken van anaforen (persoonlijke voornaamwoorden zoals 'hij' en 'zij'), in het bijzonder de invloed van gemarkeerdheid van de anaforische uitdrukking (in termen van prosodische en/of morfologische kenmerken) en plausibiliteit van de antecedent (gebaseerd op wereldkennis). Een van de belangrijkste vragen in dit soort onderzoek is hoe de menselijke taalverwerker verschillende bronnen van informatie combineert bij het begrijpen van taal. Dit is onderzocht met behulp van uiteenlopende psycholinguïstische methoden en paradigma’s, zoals leestijdregistratie, off-line keuze taken, en ERP (Event Related brain Potentials) registratie. De resultaten laten zien dat bij het begrijpen van persoonlijke v...