Reeds Keizer Karel V oordeelde het noodzakelijk, om een nieuwe kerkelijke regeling in het leven te roepen. Het toezicht op de geestelijkheid was onvoldoende, dat had de snelle verbreiding der kettersche leeringen wei getoond. Bovendien wettigden de uitgestrektheid der Nederlandsche provincien en de belangrijkheid harer steden volkomen een dergelijken maatregel. Doch eerst onder zijn zoon Filips toog men aan den arbeid. Een uitgebreid onderzoek werd door het gansche land ingesteld en met de verzamelde gegevens reisde Franciscus Sonnius, kanunnik van de Utrechtsche kerk, in het jaar 1558 naar Rome 2). Paus Paulus IV leende goedgunstig het oor aan 's konings voorstel en onttrok de Nederlanden aan de jurisdictie van de aa.rtsbisdommen Keulen en...