Voor de frequentie v van een door een atoom uitgezonden spectraallijn geldt de frequentie-voorwaarde van Bohr. Hierin is de h de constante van Planck, E' de energie van het atoom in den begintoestand, E'' die in den eindtoestand. De in het nromale Röntgenspectrum optredende energieniveau's zijn de energieën van een atoom, waaruit een electron uit een der inwendige electronen-groepen of -"schillen" ontbreekt. ... Zie: Inleidin