De Graaf buigt zich over de vraag welke rol de wetgever heeft bij onverplichte nadeelcompensatie en tegemoetkomingen voor 'pech'. In navolging van Zijlstra en Schlössels kwalificeert hij het vergoeden van tegenslag door de overheid als een vorm van presterend (positief) overheidsoptreden in een publiekrechtelijke vorm. Voor dergelijke uitkeringen zijn geen specifieke normen geformuleerd in de Awb, wat vreemd is in het licht van het financiële en maatschappelijke belang dat met dit type financiële verstrekkingen gemoeid is. De Graaf pleit voor een op de subsidietitel gelijkende algemene regeling voor uitkeringen, waarmee een rechtsstatelijk gemis kan worden weggenomen. Net als subsidie verdient de onverplichte schadevergoeding van overheidsw...