Het in 1995 door Nederland geratificeerde Internationaal Verdrag voor de Rechten van het Kind (hierna: IVRK of Kinderrechtenverdrag) stelt in artikel 3 dat het belang van het kind bij alle beslissingen door de overheid, instanties en volwassenen de eerste overweging behoort te zijn. Het IVRK is relevant voor tal van terreinen waarop de overheid optreedt. Zo speelt het verdrag een rol in het personen- en familierecht en het jeugdstrafrecht. Denk daarbij bijvoorbeeld aan situaties van kinderbescherming, wanneer de Raad voor de Kinderbescherming of de bureaus voor Jeugdhulp moeten optreden. In het Burgerlijk Wetboek komt het begrip ‘belang van de kinderen’ verschillende keren voor, bijvoorbeeld bij het uitspreken van een kinderbeschermingsmaat...