Aspects of pain in measurement, management and health care utilization

Patiënten die tijdens een kijkonderzoek van de dikke darm naar muziek luisteren, ervaren niet minder pijn dan mensen die geen muziek beluisteren. Dat is één van de conclusies van het onderzoek van Jan Meeuse naar uiteenlopende aspecten van het meten en het behandelen van pijn. Meeuse komt tot een aantal opzienbarende conclusies. Meeuse’s onderzoek bij 75 gezonde vrijwilligers liet zien dat, anders dan vaak gedacht, veranderingen in de hartfrequentie niet bruikbaar zijn om pijnintensiteit te meten. Ook ontdekte de promovendus dat radiotherapie ook in de terminale fase helpt in de bestrijding van pijn, veroorzaakt door naar botten uitgezaaide kanker. In 45% van de 274 onderzochte patiënten verminderde de pijn. Omdat het effect van bestralen op pijn nog wel eens op zich laat wachten, is dit een belangrijke bevinding voor mensen met een beperkte levensverwachting. Meeuse vond daarentegen geen bewijs voor de hypothese dat muziek pijn verlaagt. Dat bleek op basis van onderzoek onder 307 patiënten die een kijkonderzoek van het laatste deel van de dikke darm ondergingen. De helft luisterde daarbij naar muziek van eigen keuze. Tot slot concludeert Meeuse dat patiënten in de laatste weken van hun leven wel steeds meer contact hebben met hun huisarts, maar dat dit niet samen gaat met een afname van de ziekenhuiszorg. Hij stelt dat een multidisciplinair palliatief team wellicht onnodige ziekenhuisbezoeken kan voorkomen.This thesis describes various aspects of pain. It aims to contribute to improve pain measurement, treatment, and the relationship between pain and health care consumption. To develop an instrument for patients who are not able to indicate their pain intensity, the association between heart rate variability with pain intensity was studied in 75 healthy volunteers. Although changes occurred in heart rate variability during pain, these changes were not correlated with the perceived pain intensity. Radiotherapy is effective for painful bone metastases. Since pain relief is not always immediate and is sometimes preceded by an increase in pain, we examined whether radiotherapy is useful in patients with a short life expectancy. In a subanalysis of 274 patients from the Dutch Bone Metastases Study, who deceased within 12 weeks after radiotherapy, 45% showed a decrease in pain. Nonetheless, in 60% of them the pain remained moderate to severe. The hypothesis that people experience less pain if they are distracted, eg by music, was studied in 245 patients who underwent sigmoidoscopy. Whether or not you listen to music did not affect the perceived pain intensity. Care during the last weeks of life is preferably provided at the patients’ home, according to the Dutch model. In a subanalysis of the Dutch Bone Metastases Study we found, that during these weeks an increase in GP contacts was not accompanied with a reduction in hospital based care. A transmural multidisciplinary palliative team may help to avoid unnecessary hospital visits