De assimilatie van het burgerrechtelijk en het strafrechtelijk foutcriterium in het raam van de onachtzaamheidsmisdrijven

Sedert enige tijd is de theorie van eenheid van civiele en penale fout aan kritiek onderhevig. De invulling van de strafrechtelijke onachtzaamheid aan de hand van het burgerrechtelijk foutbegrip heeft bijvoorbeeld tot gevolg dat de lichtste fout al volstaat bij de misdrijven 'onopzettelijke slagen en verwondingen' en 'onopzettelijke doding'. Het is dus hoog tijd voor een striktere invulling van het element onachtzaamheid, zo menen ook de auteurs van het voorstel van nieuw Strafwetboek. Het ernstig gebrek aan voorzorg of voorzichtigheid lijkt een geschikt alternatief dankzij de toegevoegde zwaarwichtigheidsdrempel. Evenwel rijst de vraag hoe dit nieuw onachtzaamheidsbegrip dan concreet betekenis kan krijgen. Dit proefschrift beoogt op deze vraag een antwoord te bieden door een aantal factoren aan te reiken die een fout wel (of net niet) een ernstige fout maken. Daarnaast wordt ook ingegaan op andere aspecten van de culpa, zoals de verhouding tot het (eventueel) opzet