Laantje 4, Noordeloos, gemeente Molenlanden: Een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek in de vorm van een verkennend booronderzoek

ADC ArcheoProjecten heeft in juli 2019 een bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek uitgevoerd op de locatie Laantje 4 in Noordeloos. De aanleiding van het onderzoek is de voorgenomen sloop van het bestaande bedrijfspand en de herinrichting van het plangebied in drie woonkavels waarbij de bodem zal worden vergraven tot ca. 2 m -mv. Hiervoor is een omgevingsvergunning nodig. Op basis van het bureauonderzoek werden resten verwacht uit het Neolithicum, IJzertijd, Romeinse Tijd, Late Middeleeuwen en Nieuwe Tijd. Deze resten werden verwacht respectievelijk in de top van oeverafzettingen van de Nieuwlandse stroomgordel en in de top van de oeverafzettingen van de Giessen en kunnen zich kenmerken als een archeologische laag. Sinds de ontginning in de 12e en 13e eeuw is het gebied in gebruik voor landbouw, veeteelt en bewoning. Bewoning vond plaats op hogere plaatsen in het landschap zoals stroomruggen. Ook werden er huisterpen opgeworpen. Mogelijk ligt er binnen het plangebied een huisterp uit deze periode. Resten uit deze periode worden verwacht vanaf het maaiveld. Vanaf 1827 zijn er op basis van oude kaarten aanwijzingen voor bebouwing en bewoning binnen het plangebied. In het plangebied worden resten verwacht die verband houden met eerdere fasen van bebouwing binnen het plangebied. Deze resten worden verwacht vanaf het maaiveld. Teneinde deze verwachting te toetsen en aan te vullen is in het plangebied een verkennend booronderzoek uitgevoerd. In de ondergrond bevinden zich vanaf 200 cm –mv (-2,0 tot -2,4 m NAP) komafzettingen bestaande uit slappe, zwak tot matig siltige klei. Deze gaan op een diepte van ca. 160 cm –mv naar boven over in een laag bruin bosveen (Formatie van Nieuwkoop). Hierboven bevindt zich een ophogingspakket. Afzettingen van het veenriviertje de Giessen zijn vermoedelijk opgenomen in de verrommelde bovenlaag die bestaat uit sterk siltige en zandige klei. Op het veen bevindt zich in het centrale deel van het plangebied boven een scherpe overgang een ca. 1 m dik ophogingspakket met houtskool, fosfaat en baksteen. Dit is waarschijnlijk een (restant van) een oude terp of woonheuvel die mogelijk dateert vanaf de 13e eeuw, ten tijde van de ontginning vanuit de Giessen. In het oostelijk gebied zijn wel enige sporen van gebruik van het landschap aanwezig in de vorm van een laag met wat baksteen en humeuze bijmenging, maar deze laag is veel minder uitgesproken en dunner. Het oostelijk en westelijk deel vormt waarschijnlijk het erf dat bij de oorspronkelijke bebouwing hoort. Voor het centrale deel van het plangebied waar een oude woonheuvel wordt verwacht kan de archeologische verwachting worden bijgesteld naar een hoge verwachting voor resten uit de Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Voor het oostelijk en westelijk deel blijft de middelhoge verwachting gehandhaafd. Bij de aanleg van nieuwe woningen zal de top van de ophogingslagen worden afgegraven. Eventuele archeologische resten die zich hierin bevinden worden dan bedreigd