Biedingsprocedures in faillissement langs de lat van de AVG

Contains fulltext : 241348.pdf (Publisher’s version ) (Closed access)De faillissementscurator is bevoegd (delen van) de onderneming over te dragen aan derden. In dat kader kan hij een biedingsprocedure inrichten. Daarbij deelt de curator informatie en ook persoonsgegevens. Hij kan hierbij aanlopen tegen een dilemma over de hoeveelheid informatie die mag worden gedeeld. Een van de factoren die dit bepaalt, is de Algemene verordening gegevensbescherming. In dit artikel wordt besproken welke persoonsgegevens de curator onder welke voorwaarden met potentiële verkrijgers kan delen. Daarbij komen verschillende relevante beginselen inzake de verwerking van persoonsgegevens langs. Aan bod komt dat (i) de curator een grondslag nodig heeft, (ii) alleen de noodzakelijke gegevens mogen worden verwerkt, (iii) betrokkenen moeten worden geïnformeerd, (iv) persoonsgegevens in beginsel juist moeten zijn en (v) passende beschermingsmaatregelen moeten worden getroffen. Besproken wordt hoe de curator zijn biedingsprocedures zo kan inrichten dat deze voldoet aan die vereisten. De auteur concludeert dat de beginselen een invloed hebben op de hoeveelheid persoonsgegevens die de curator mag verstrekken aan geïnteresseerde partijen, op de informatieverstrekking door de curator en op de beveiligingsmaatregelen die moeten worden genomen. Ook worden twee conceptwetsvoorstellen besproken die ingaan op de grondslag van de curator om persoonsgegevens te verwerken in biedingsprocedures. Ondanks deze ontwikkelingen blijft het lastig om te bepalen welke gegevensverwerkingen noodzakelijk zijn. Tegelijkertijd is de invloed van de AVG op de inrichting van de biedingsprocedure wellicht kleiner dan verwacht. Aan veel vereisten wordt al voldaan op basis van andere overwegingen. De AVG biedt een nieuw perspectief om te beoordelen welke informatie mag worden gedeeld, maar maakt het zeker niet onmogelijk voor de curator om een biedingsprocedure in te richten.10 p